Is er een relatie tussen het sponsorprogramma van Woord en Daad en hoop in het leven van kinderen en jongeren? Sponsor een kind, voor een hoopvolle toekomst. We zeggen het vaak, maar klopt deze uitspraak ook?
Om daarachter te komen zijn we samen met PhD Anthony Scioli (Professor Klinische Psychologie aan de Keene State College, USA) en PhD Steven van den Heuvel (Evangelische Theologische Faculteit in Leuven) het Hoop-onderzoek gestart, waar interessante resultaten uitkwamen. In de podcast vertellen we er alles over!
Hoofd- en deelvragen | Sponsoring, voor een hoopvolle toekomst?
Hebben kinderen die opgroeien in armoede een beter perspectief op een hoopvolle toekomst wanneer zij deelnemen aan het sponsorprogramma? En wat is hierin de impact van hun sponsor in Nederland? We onderzochten het met onderstaande hoofd- en deelvragen.
Hoofdvraag:
Is er een relatie tussen het sponsorprogramma van Woord en Daad en hoop in het leven van kinderen en jongeren?
Deelvragen:
• Welke mate van hoop zien we bij sponsorkinderen van de deelnemende partnerorganisaties en zien we ook verschillen voor de elementen van hoop die kunnen worden onderscheiden?
• Is er een verband tussen de kwaliteit van de ondersteuning die ze krijgen van de lokale partnerorganisatie, en de mate van hoop die ze ervaren?
• Is er een verband tussen de impact van de ondersteuning die ze krijgen van de lokale partnerorganisatie, en de mate van hoop die ze ervaren?
• Is er een verband tussen het hebben van een Nederlandse sponsor en de mate van hoop die ze ervaren?
Wat is het effect van leeftijd, geslacht en sociaal-economische omstandigheden van sponsorkinderen op de mate van hoop die ze ervaren?
*Om de kwaliteit en impact in deelvraag 2, 3 en 4 te meten zijn we uitgegaan van de waarneming van de kinderen.
Methode | 2590 kinderen vulden vragenlijst in
In 2021 deden in totaal 2.590 kinderen (9 t/m 21 jaar) uit Benin, Colombia, Ethiopië, Guatemala en de Filipijnen aan het onderzoek naar hoop. In alle vijf de landen stelden we ongeveer 500 kinderen en jongeren (50% jongens, 50% meiden) 40 vragen over hoop, waarop zij moesten antwoorden met nooit, soms, altijd. In de vragenlijst maakten we onderscheid tussen vier verschillende dimensies van hoop:
• Vertrouwen in de betrokkenen bij het sponsorprogramma (zoals docenten, klasgenoten en medewerkers) en de mate van verbinding met anderen.
• Vaardigheden voor probleemoplossing
• Mate waarin een kind het gevoel heeft dat hij/zij wordt gesteund om doelen te bereiken, en de doelen ook daadwerkelijk kan bereiken
• Gevoel van aanwezigheid van God, bescherming door God en het ontvangen van kracht van God
We vinden het belangrijk dat de ouders achter het onderzoek staat, daarom namen we ook contact op met de ouders. Bij onze partnerorganisatie Dedras Benin gingen de onderzoekers met de geprinte vragenlijsten naar de kinderen thuis, omdat ze dan direct de ouders konden spreken voor toestemming. In Colombia werd eerst een ouderavond georganiseerd over het onderzoek om vervolgens de ouders om toestemming te vragen. In de andere landen werd een brief naar de ouders en kinderen gestuurd. In de weken daarna werd de vragenlijst digitaal ingevuld in de klas.
De ingevulde vragenlijsten werden vervolgens verwerkt door onze lokale partnerorganisaties wereldwijd en door vrijwilligers in Nederland, waarvoor grote dank!
Resultaten| Sterke geestelijke hoop en groot vertrouwen
Uit dit onderzoek kunnen we concluderen dat er in zeker vier landen een sterke relatie is tussen het sponsorprogramma en het ervaren van hoop. De totale score van sponsorkinderen op hoop is hoog als je dit vergelijkt met dezelfde studie onder 500 Amerikaanse kinderen in dezelfde leeftijdsgroep. Sterker nog: de sponsorkinderen scoorden op alle dimensies van hoop hoger dan de Amerikaanse kinderen. Vooral de score op het ervaren van de aanwezigheid en bescherming van God steeg erboven uit. Enerzijds komt dit doordat Amerika een geseculariseerd land is vergeleken met de landen waar Woord en Daad werkt, maar anderzijds zien we hier ook echt de impact van de Nederlandse sponsor. De wetenschap dat het kind een sponsor in Nederland heeft die financieel om hem of haar geeft, maar ook via brieven persoonlijk betrokken wil zijn of voor hem of haar bidt, is voor het sponsorkind een belangrijke reden om hoop te ervaren. Een heel mooi resultaat!
Daarnaast zien we een sterk verband tussen het vertrouwen dat een kind in het sponsorprogramma van de lokale partnerorganisatie heeft en de mate van hoop die het kind ervaart. Dit benadrukt de belangrijke rol die onze partnerorganisaties hebben om de kinderen te steunen. Zij staan dicht bij het kind en bouwen een vertrouwensband op, waardoor het kind wordt gestimuleerd om goed zijn/haar best te doen op school en zo aan een hoopvolle toekomst te werken.
*Opmerking: Zowel tussen de vijf landen en partnerorganisaties als binnen een land zijn er interessante verschillen in de vier onderdelen van hoop. Leeftijd, geslacht en sociaal-economische factoren maken geen verschil.
Discussie | In gesprek met de partners
Er zijn veel factoren die de scores op hoop beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop het onderzoek is uitgevoerd, de verschillende werkwijzes van onze lokale partnerorganisaties, onrust in een regio of land, of de impact van corona. Kortom, door al deze factoren kunnen de scores van een specifieke partnerorganisatie niet uitgelegd kunnen worden als een maat voor de kwaliteit van hun sponsorprogramma. Wel bieden de uitkomsten van het Hoop-onderzoek een goede aanleiding om het belang van het ontwikkelen van hoop aan de orde te stellen bij onze partnerorganisatie. De komende maanden gaan we daarom met hen in gesprek over de mogelijkheden om ‘hoop’ een nog betere plek te geven binnen het sponsorprogramma.
Meer informatie over het werk van Woord & Daad is te vinden via de link naar de website hieronder.
Woord en Daad
Woord van hoop
26-07-2022
Hulpverlening
https://www.woordendaad.nl