De paasboodschap dat de dood niet het laatste woord heeft, klinkt door in de lezing van Harcourt Klinefelter, voormalig persfunctionaris van Martin Luther King, op Witte Donderdag in het Museum Catharijneconvent. Het Utrechtse museum organiseert een lezingenreeks in het kader van de expositie ‘Gospel – Muzikale reis van kracht en hoop’. Deze tentoonstelling is gemaakt in samenwerking met gospelzangeres en co-curator Shirma Rouse en geopend tot en met tweede paasdag.
‘De dood is niet het einde, maar slechts een bocht waardoor we niet zien hoe de weg verder loopt, zei Martin Luther King altijd.’ Volgens Harcourt Klinefelter die hem van dichtbij heeft meegemaakt, was King niet bang voor de dood. ‘Hij voelde de dreiging groter worden, maar wilde zijn strijd niet opgeven. Hij streed niet met wapens, maar wilde alleen aan vreedzame protesten meewerken.
Hij streed niet met wapens, maar wilde alleen aan vreedzame protesten meewerken.
Zijn geweldloze aanpak was geïnspireerd op de woorden van Jezus die opriep om vijanden lief te hebben. Een bom vernietigt slechts. Alleen liefde kan een vijand in een vriend veranderen. Doctor King zag Jezus’ lijden als een grote daad van liefde voor mensen en Zijn opstanding als bewijs dat de dood niet het laatste woord heeft.’ Klinefelters toespraak op deze Witte Donderdag past hierdoor prachtig in deze goede week voor Pasen.
Klinefelters toespraak op deze Witte Donderdag past hierdoor prachtig in deze goede week voor Pasen.
Droom
Klinefelter nam de speeches van King op met zijn bandrecorder zodat de media zijn toespraken konden uitzenden. Hij maakte hierdoor de vreedzame marsen, demonstraties en andere bijeenkomsten voor gelijke rechten van dichtbij mee. Als er nu bijeenkomsten en demonstraties zijn om aandacht te vragen voor racisme en het slavernijverleden, denkt hij terug aan deze tijd met Martin Luther King. Volgens hem is de droom van King dat de kinderen van tot slaafgemaakten en slavendrijvers als broers en zussen samenleven nog actueel. Tijdens een Black Lives Matter-protest zei hij in een interview met AT5: ‘Ze hebben de dromer vermoord, maar de droom niet.’
In deze video laat hij ook een opname horen van Martin Luther King. De bandrecorder waarmee hij de toespraken opnam, ligt momenteel in het Museum Catharijneconvent.
Dominee
Klinefelter was lid van de kerk van dominee Martin Luther King. Hij kent ook Martins vader die ook dominee was. ‘We noemden hem Daddy King.’ Nu is Klinefelter zelf dominee. Hij woont al bijna 50 jaar in Nederland en spreekt ook Nederlands, maar de toespraak in Museum Catharijneconvent hield hij in het Engels. Tijdens de marsen zoals die van Montgomery naar Selma interviewde hij mensen die meededen. In het Catharijneconvent laat hij een opname horen van een interview met een jong meisje die veel pijn had door haar blaren maar niet wilde ophouden voor ze Selma bereikten.
Tijdens de marsen zoals die van Montgomery naar Selma interviewde hij mensen die meededen.
Gelijkwaardig
Hij herinnert zich dat hij een keer mee mocht eten met de familie King en zei: wie ben ik om met jullie aan tafel te gaan? ‘Doctor King antwoordde: je maakt het noodzakelijk dat ik een lange preek ga houden over dat alle mensen gelijkwaardig zijn.’ Het thema ‘gelijkwaardigheid’ is een rode draad in Klinefelters lezing. Hij vertelt hoe door de eeuwen heen leiders onderscheid hebben gemaakt tussen mensen van verschillende rassen en hen soms als beesten hebben behandeld. ‘In de Tweede Wereldoorlog deed Hitler dat met de joden.’
Klinefelter eindigt zijn lezing met het gezamenlijk zingen van We Shall Overcome, het lijflied van de vreedzame marsen van Martin Luther King.
Klinefelter eindigt zijn lezing met het gezamenlijk zingen van We Shall Overcome, het lijflied van de vreedzame marsen van Martin Luther King. Hij vertelt hoe gospelliederen als deze de demonstranten kracht en moed gaven in moeilijke tijden. De expositie over gospelmuziek is nog tot en met tweede paasdag te bezoeken in het Museum Catharijneconvent.
Website Museum Catharijneconvent
Website Harcourt Klinefelter
Auteur: Rosanne de Boer
Foto’s: © Rosanne de Boer