Column – Niet zo lang geleden las ik op deze site de column met de titel “Eindigheid” waarin de schrijver terecht ingaat op de creativiteit van onze God als het gaat om de schepping. De woorden hebben wij erg geraakt en tot nadenken gezet.
Laat ik beginnen met de desbetreffende passages te citeren:
“Toch ben ik vooral gefascineerd door de klaproos! Het heldere donkerrood van de bloemen en de lange bloeiperiode, die enkele weken duurt. Elke bloesem bloeit echter maar een dag. In de late namiddag zijn er slechts enkele bloemen te vinden aan de rand van het veld, en tegen de avond beginnen de volgende knoppen open te barsten, om de volgende ochtend weer met nieuwe schoonheid te bloeien. En ik ben ontroerd door de gedachte dat onze Heer, de almachtige Schepper, zulke mooie planten met zo’n kort bloeimoment heeft geschapen! Een bloeimoment voor slechts één dag – en dat over een bloeiperiode van een paar weken…
Wat indruk op mij maakt en mij geruststelt, is dat God, onze Schepper, zoveel moeite heeft gedaan om zoiets zwaks en tegelijkertijd zo moois als de klaproos te creëren. En ik vraag me af waarom onze God al die mooie en kortlevende planten heeft geschapen? Ik geloof dat God aan de ene kant veel plezier beleeft aan creativiteit en schoonheid, en aan de andere kant laat Hij ons ook zien dat Hij de kleine, zwakke schepsels met dezelfde liefde en wijsheid heeft geschapen als wat wij in deze schepping als sterk en blijvend beschouwen.”
De schepping
De schepping weet het wel. Zij eert en roemt haar Schepper permanent. Je kent toch wel die bekende woorden uit Psalm 19, door Christian Fürchtegott Gellert ‘vertaald’ tot het gedicht “Die Himmel rühmen des Ewigen Ehre” en door Ludwig van Beethoven getoonzet. Maar wat doen wij, de schepselen van de schepping, als het gaat om het eren van de Schepper?
Het schepsel
Ik moet bekennen dat ik, nadat ik de column had gelezen, het gevoel kreeg dat ik God als Schepper te kort heb gedaan. Vele jaren mag ik Hem danken voor de gave van Zijn Zoon, mag ik hem danken voor Zijn liefde, mag ik Hem danken voor Zijn onuitsprekelijk gave. Maar wat heb ik gedaan als het gaat om Zijn schepping? O ja, zo af en toe moest ik tijdens mijn controleronde door het natuurgebied waar ik toezichthouder (boswachter) was wel eens stil staan en moest ik Hem eerst danken voor schoonheid van de schepping. Met mijn handen ten hemel geheven zei ik hardop woorden als “Heere God, ik moet u eerst danken voor de schoonheid van Uw schepping voordat ik verder kan lopen.”
Maar dat zijn momenten geweest. Wat dat betreft is de schepping mij ver vooruit. Zij looft haar schepper permanent. Toch is het mijns inziens goed de komende tijd die mij nog gegeven is God ook te gaan danken voor Zijn schepping, waar mijn tuin een onderdeel van uitmaakt. Vanmiddag heb ik bewust zo naar mijn tuin en de daarin aanwezige planten en bloemen gekeken en God in stilte gedankt voor dit stukje schepping, waar mijn vrouw en ik dagelijks van mogen genieten.
Boven de column staat een foto van een bloem die in onze tuin staat. Wat een schoonheid! Zoiets moois ontstaat toch niet door een ongecontroleerde oerknal in een ver verleden. Hier moet een almachtige God aan het werk zijn geweest met een onmetelijke/onbegrensde creativiteit. Die God is mijn God en ik wil Hem daarvoor gaan danken.
Willem van Leiden
Van de auteur verscheen het boek: Dan wil ik wel naar de hemel!
De columns in dit boek zijn in 2022 gepubliceerd op ChristelijkNieuws.nl.
ISBN 978-94-91888-10-6, 144 pagina’s, gebonden, prijs € 19,50
Verkrijgbaar in de webshop: www.erismeer.nl