Er zijn veel landen in de wereld waar het voor ons Nederlanders ondragelijk warm is. Maar wat als zelfs de plaatselijke bevolking de oplopende hitte niet meer aankan, en ze hun ventilators massaal inruilen voor airco’s? Twee partners van Woord en Daad en Tearfund aan het woord: ‘De hoop ligt in onszelf als mensen.’ Op de foto zien we Cecilia uit Zimbabwe die leerde groenten te drogen en te verkopen in seizoenen waarin groenten schaars zijn.
Het is aan het einde van de werkdag als het interview plaatsvindt. Het heeft die middag flink geonweerd en geregend, maar dat is volgens dominee Hector Araña gebruikelijk in het regenseizoen. Araña is directeur van AMG Filipijnen, een christelijke ontwikkelingsorganisatie met projecten gericht op onderwijs en agrarische bedrijfsontwikkeling die wordt ondersteund door Woord en Daad. In zijn land, dat zich grotendeels bevindt in de tyfoongordel, zijn onweer en storm niet iets om je zorgen over te maken.
Weerfenomeen El Niño
Veel spannender is volgens hem het weerfenomeen El Niño, die binnenkort door meteorologen wordt verwacht. Een natuurverschijnsel dat het zeewater in de tropische Stille Oceaan flink doet opwarmen. Dit zorgt op sommige plaatsen voor veel regenval, en in de Filipijnen juist voor droge perioden. Kortom, de Filipijnse bevolking is wel iets gewend, maar volgens Hector wordt het weer de laatste jaren grilliger: ‘Veel inwoners zijn afhankelijk van de landbouw. Vanwege de klimaatverandering wordt boeren steeds moeilijker.
Vroeger konden we plannen maken, we wisten wanneer het regenseizoen kwam. Tegenwoordig blijft een regenseizoen weleens uit en daardoor mislukt de oogst. Soms lijkt de oogst te lukken, maar komt er een grote tyfoon waardoor de planten wegstromen.’ Geen oogst betekent geen inkomen, en de gevolgen daarvan zijn op de lange termijn voorspelbaar: geen geld voor eten, geen geld om je kinderen naar school te sturen … Araña: ‘Sommige tyfoons zijn zo verwoestend dat mensen hun dierbaren verliezen. Je verliest je hoop.’
Extreme regenval en jaren van droogte
Joseph Chakandinakira, sinds 2010 projectcoördinator bij FACT, dat wordt ondersteund door Tearfund, woont in een compleet ander werelddeel. Zimbabwe ligt op het zuidelijk halfrond, een land dat vroeger bekendstond als de graanschuur van zuidelijk Afrika, maar vandaag de dag in het nieuws is vanwege voedseltekorten door droogte en verwoestende cyclonen. Als we Chakandinakira spreken, is hij onderweg naar huis. Hij parkeert zijn auto langs de kant van de weg en zoekt schaduw onder een boom. ‘Het is hier in Zimbabwe heel erg warm. Anders dan het vroeger was.
Ook hebben we te maken met cyclonen. Heb je gehoord van de cycloon Idai die in 2019 over ons heen raasde? Mensen verloren hun levensonderhoud, maar ook veel familieleden. Naast extreme regenval, kennen we eveneens jaren van droogte. Dit resulteert in werkloosheid, voedselonzekerheid en een toename van ziekten en plagen. Die tasten de gewassen en onze dieren aan, maar ook ons mensen. Neem de ziekte cholera, die zich bij uitstek vermenigvuldigt bij warm weer en onvoldoende schoon drinkwater. Allemaal gevolgen van klimaatverandering.’
De abaca
Hector Araña en Joseph Chakandinakira ervaren ieder in hun eigen land levensbedreigende omstandigheden. Toch delen ze tijdens het interview veel liever over de hoopvolle klimaatprojecten die zij aansturen. Araña vertelt dat de organisatie AMG Filipijnen wordt gesteund door Woord en Daad. ‘Wij ondersteunen hier arme gemeenschappen zodat deze mensen uiteindelijk voor zichzelf kunnen zorgen. We hebben bijvoorbeeld sponsorprogramma’s voor kinderen en projecten waarbij we mensen helpen om in hun levensonderhoud te voorzien.’
Als voorbeeld noemt Araña het verbouwen van de plant abaca: ‘Met de vezel van deze plant worden touw, theezakjes en papiergeld gemaakt. Een prachtig alternatief voor plastic en kunststof. De vezel is voor de boeren een mooi product om te verkopen.’ En de plant biedt meer. Araña: ‘De abaca heeft schaduw nodig om te groeien. Daarom worden er ook bomen geplant, dat moedigt de overheid aan. Op deze manier ontvangt de gemeenschap geld én helpen we mee in de bestrijding van klimaatverandering.’
De Afrikaanse organisatie FACT heeft twee projecten in Oost-Zimbabwe (Chimanimani en Buhera), gefinancierd door Tearfund Nederland. Joseph Chakandinakira: ‘Bij een project met zelfhulpgroepen moedigen we gemeenschappen aan om op een duurzame manier hun akkers te verbouwen. We adviseren bijvoorbeeld een graansoort te kiezen die onder meer beter bestand is tegen de hitte. Daarnaast dringen we erop aan te mulchen (het gebruik van verschillende organische bodembedekkers, red.) en de grond minimaal te bewerken.
Ook hebben we op sommige plekken een irrigatiesysteem op zonne-energie geïnstalleerd. Allemaal pogingen om water te besparen.’ Een van de deelnemers aan het project is Cecilia. Chakandinakira: ‘Ons project heeft haar leven totaal veranderd. In de zelfhulpgroep krijgt ze onderwijs, bijvoorbeeld over het belang van waardetoevoeging. Zo leerde Cecilia groenten te drogen en te verkopen in seizoenen waarin groenten schaars zijn. Daarnaast biedt de groep haar mogelijkheden om een lening af te sluiten, omdat ze als groep geld sparen.’
Kwetsbare, jonge vrouwen
Met het andere project richt FACT zich vooral op de jeugd, en dan met name kwetsbare, jonge vrouwen. ‘De jeugd voelt direct de gevolgen van de klimaatverandering, maar de bedachte interventies passen niet altijd bij hen’, vertelt Chakandinakira. ‘Veel jongeren, ook de schoolverlaters, raken gedesoriënteerd als ze worden geconfronteerd met afnemende kansen. Er is weinig werkgelegenheid en als gevolg daarvan besteden veel jongeren hun tijd aan uitgaan en komen ze in aanraking met drugs en alcohol. Sommige vrouwen besluiten op zeer jonge leeftijd te trouwen met oudere mannen, zodat ze geld ontvangen, maar de financiële steun is nooit van lange duur. Daarom helpen wij deze jongeren, door ze bijvoorbeeld te leren ondernemen. Zo kunnen ze hun eigen bedrijf beginnen.’
De hoop ligt in onszelf als mensen
De gevolgen van de klimaatverandering ervaren beide mannen dagelijks. Hector Araña vertelt dat het steeds moeilijker wordt om die te bestrijden. De middenklasse verruilt bijvoorbeeld ventilatoren voor airco’s om de hitte te verdragen, en de auto is een koeler vervoersmiddel dan lopen in de hitte. Maar toch is er volgens beide mannen hoop. Joseph Chakandinakira: ‘De hoop ligt in onszelf als mensen. Onze activiteiten zijn de belangrijkste drijvende kracht achter de klimaatverandering. We kunnen het ook zelf omkeren, maar dan moeten we ons gedrag veranderen.’ Araña: ‘Het is moeilijk om de mentaliteit, die vaak berust op tradities, bij mensen te veranderen. Daarom is het belangrijk om de mensen te onderwijzen en om zelf het goede voorbeeld te geven. Daarnaast moeten we positief zijn. Positief over het feit dat we er zelf iets aan kunnen doen.’
De Bijbel en het klimaatprobleem
Voordat Hector Araña in 2009 directeur werd bij AMG Filipijnen, werkte hij als dominee. Hij vertelt: ‘Ik moest mijn pastorale werk opgeven, want het was te veel om beide taken op te pakken. Maar omdat AMG een christelijke organisatie is, kan ik alsnog de liefde van onze Heer met de mensen delen. Zelfs met veel meer mensen, omdat AMG in een groot gebied in de Filipijnen werkzaam is.’
Als dominee deelt hij daarom ook graag zijn bijbelse visie op het klimaatprobleem: ‘In de Bijbel kun je lezen dat God de hemel en aarde systematisch schiep. Er zit een doordacht ontwerp achter. Zo rustte Hij op de zevende dag. Dit doen wij mensen niet meer; we putten de aarde uit. Wij als christenen moeten terug naar het plan van de Heer en ik ben ervan overtuigd dat het niet te laat is. Er is tijd om de aarde te herstellen.’
Beeld: Margreet Noordhof
Auteur: Hilde Kooij-Tromp
Web Prisma: www.prismaweb.org