Zaterdag 9 oktober. Onze vrijheden staan onder druk. Zowel progressief links als populistisch rechts lijken de ruimte voor verschil in te willen perken. De rechtsstaat, godsdienstvrijheid, onderwijsvrijheid en vrijheid van meningsuiting; ze bevinden zich in het hart van het politiek en maatschappelijk debat. Hoe zal het de vrijheid vergaan met een nieuw kabinet? Met Kees Schuyt (Raad van State), Koert van Bekkum (Nederlands Dagblad), Jan van der Stoep (VU, CHE), Sophie van Bijsterveld en André Rouvoet buigen we ons over dit belangrijke thema. Van harte welkom!
© foto christelijknieuws.nl
Prof. Kees Schuyt (Raad van State)
De verhouding tussen rechtsstaat en democratie
Co-referaat dr Koert van Bekkum (Nederlands Dagblad)
Dr. Jan van der Stoep (CHE)
In hoeverre mogen identiteitsgebonden organisaties een eigen toelatingsbeleid voeren?
Dr. Sophie van Bijsterveld (UvT)
Welke bestaansrecht heeft de godsdienstvrijheid in een seculiere samenleving?
Reactie op van der Stoep en van Bijsterveld door Edward de Kam (directeur Youth for Christ).
In de ochtend presenteert het WI een bundel over Vrijheid. Vice premier André Rouvoet zal aanwezig zijn om die in ontvangst te nemen.
Zaterdag 9 oktober
10.00 uur – 16.00 uur (inloop 9.30 uur)
Stadscafe de Observant Amersfoort
Toegang: 10 euro (incl. lunch)
(NB: studenten gratis, niet-donateurs 30 euro)
In de Vrijheidsbundel van het WI zit een interview met André Rouvoet over dit thema. Hier alvast een voorproefje met onder meer de onderwerpen SGP, PVV en het imago van de ChristenUnie.
Uit gesprek van Marcel ten Hooven en André Rouvoet:
U refereerde impliciet aan het feit dat seculiere partijen de ChristenUnie en andere partijen van christelijke signatuur nogal eens het verwijt maken dat de vrijheid bij hen niet in veilige handen is. De christelijke partijen, een steeds kleinere minderheid, zouden hun wil aan andersdenkenden willen opleggen als het gaat om euthanasie, abortus, medisch-ethische kwesties. Het zelfbeschikkingsrecht staat bij hen op de tocht en dat betekent dat zij de vrijheid willen inperken.
‘Ik heb altijd slecht uit de voeten gekund met dat verwijt. U zegt, als ik u mag parafraseren, dat de vrijheid bij ons niet in veilige handen is omdat we het zelfbeschikkingsrecht relativeren. Die redenering is alleen vol te houden als het zelfbeschikkingsrecht daadwerkelijk een absoluut recht, het allerhoogste goed zou zijn en elke beperking van dat recht dus een bedreiging van de vrijheid. Voor dat recht moet dan bijvoorbeeld de vrijheid van de SGP wijken om er een eigen zienswijze over de positie van de vrouw op na te houden. Nu is die zienswijze niet de mijne, maar dat doet er hier niet toe. Wat wel telt is dat de goegemeente van Nederland, zij die de meerderheid vormen, hier wil beslissen dat de SGP niet mag afwijken. Dat is een bedenkelijke benadering van vrijheid, vanwege de dwang die een meerderheid bereid is uit te oefenen.’
Waarom is dat bedenkelijk? Die dwang wordt hier wel uitgeoefend omwille van de gelijkheid van man en vrouw.
‘Dat is vanwege de volgende vragen bedenkelijk. Is er in een plurale samenleving ruimte voor een opvatting over de rolverdeling tussen man en vrouw die niet de zienswijze van de meerderheid is? Zijn de denkbeelden van de SGP een zo ernstige bedreiging van onze gezamenlijke vrijheid dat de staat die partij moet dwingen vrouwen op de lijst te zetten? Leg me dat eens uit, vraag ik dan altijd. Ik ben het er niet mee eens, met die keuze van de SGP, maar ik zal ten volle staan voor haar vrijheid die keus te maken. Ik ben hier de benadering van Voltaire toegedaan: ,,Hoe abject ik uw mening wellicht ook vind, ik zal tot mijn dood uw recht verdedigen haar te uiten.’’ Het is in deze kwestie een beetje Voltaire tegenover Rousseau: ,,Desnoods zullen we u dwingen vrij te zijn.’’ Die neiging tot dwang proef ik in veel discussies over vrijheden waarvan de meerderheid meent dat ze niet meer van deze tijd zijn. Er moet alle ruimte zijn om tegen de SGP te zeggen dat haar begrip van vrijheid niet het jouwe is. Maar doorslaggevend moet hier toch zijn of er op grond van de eisen van publieke gerechtigheid een dwingende noodzaak is om de SGP in haar vrijheid in te perken. Volgens mij niet. Wat schuilgaat achter die actie tegen de SGP is het onuitgesproken streven om het non-discriminatiebeginsel tot supergrondrecht te verheffen. Dan zal er per definitie geen ruimte meer zijn om überhaupt te overwegen de SGP haar eigen vrijheid te gunnen.’
‘Een ander voorbeeld is hoe in de belastingheffing de keuze om te gaan werken steeds meer wordt bevoordeeld boven de keuze om thuis voor de kinderen te zorgen. Dat laatste is niet de persoonlijke keuze die mijn vrouw en ik hebben gemaakt. Wij werken allebei. Toch wil ik wel opkomen voor de vrijheid dat een van de beide partners, of dat nu de man is of de vrouw, tijdelijk of langdurig ervoor kiest thuis te blijven om de zorg voor de kinderen op zich te nemen. Die keuzemogelijkheid moet je niet via de fiscus afsnijden. Ik heb daarover regelmatig discussies met bijvoorbeeld GroenLinks-Kamerleden, die stellen dat keuzevrijheid hun uitgangspunt is. Waarom dan die ene keuzemogelijkheid (kostwinnerschap) niet willen faciliteren? Omdat we die mogelijkheid niet in stand willen houden, antwoordde zij. Daar kwam haar antwoord althans wel op neer. Dan moet ik altijd wel aan Rousseau denken…’
(..)
De PVV wil een groep tweederangsburgers creëren, burgers voor wie minder grondrechten gelden dan voor de anderen. Maakt dat standpunt die partij antirechtstatelijk?
‘Ja, daar ben ik het wel mee eens. Dat is iets wat ik ook in mijn eigen achterban vaak heb moeten zeggen, dat het grondrecht van de vrijheid van godsdienst betekent dat ook moslims hun religie in dit land vrijelijk moeten kunnen beleven en praktiseren, net zo vrijelijk als christenen of andere gelovigen. De PVV zegt dat zij de vrijheid van godsdienst wil handhaven, alleen niet voor moslims. Zij zegt dat zij ook de vrijheid van onderwijs wil handhaven, zij het niet voor moslims. Maar volgens de rechtsstatelijke logica van grondrechten kunnen die vrijheidsrechten voor moslims alleen terzijde worden geschoven door ze beide af te schaffen. Ik moet u zeggen dat veel christenen dat nog te weinig doorzien. Ik verbaas me over de naïviteit waarmee orthodox Nederland de PVV soms tegemoet treedt in het islamdebat. Op zich begrijp ik dat orthodoxe christenen, zoals ikzelf, onbehagen hebben over de islam en dat sommigen toejuichen dat een partij daartegen een dam wil opwerpen. Ik heb ook de diepe overtuiging dat er een diepgaand verschil is tussen de islam en de waarheid van het christelijke geloof. Maar grondrechten zijn niet los verkrijgbaar. Ze gelden voor iedereen of ze gelden niet. Ik zeg dit niet vanuit een defensief standpunt, om het christelijk geloof of het christelijk onderwijs te verdedigen, ik zeg dit op principiële gronden. Het behoort tot de essentialia van christelijke politiek om op te komen voor de vrijheid van iedereen. Daarom zit het me dwars dat we vaak met het tegendeel worden geassocieerd. Met onvrijheid.’
08-10-2010
Samenleving
https://www.christenunie.nl