Een moeder had haar zoontje verboden om die middag te gaan zwemmen in de zee. Maar ze had hem wel toestemming gegeven om te gaan wandelen met zijn vriendjes.
Toen hij tegen de avond weer thuiskwam, merkte zij meteen dat hij toch in het water was geweest. Toen ze hem vroeg waarom hij ongehoorzaam was geweest en toch was gaan zwemmen, antwoordde hij: ‘Ja, moeder, ik had toevallig mijn zwembroek bij me toen we gingen wandelen. Toen kwamen we bij de zee en mijn vriendjes gingen zwemmen. Ik kon gewoon niet anders en ben ook gaan zwemmen’.
Hij was bezweken voor de verleiding. Zijn moeder had hem het zwemmen uitdrukkelijk verboden. Maar het weer was zo mooi. De zee zag er zo aanlokkelijk uit en zijn vriendjes gingen ook in het water. Maar eigenlijk was hij al bezweken voor de verleiding toen hij nog in huis was en besloten had, ondanks het verbod van zijn moeder, om zijn zwembroek mee te nemen.
Daarom de waarschuwing: ‘Pas op voor het begin van de verleiding’!
25-05-2011
132