Een plantkundige in Schotland trok op een mooie zomerdag er opuit om de flora op de heide te bestuderen. Toen hij een paar heidestruiken ontdekte, die opvielen door hun buitengewoon prachtige bloei, knielde hij neer en nam zijn loupe om dit overbekende bloempje nog eens goed te bekijken.
Terwijl hij zo bezig was, helemaal verdiept in wat hij zag, viel er een schaduw over hem heen. Hij keek op en zag het door weer en wind verweerde gezicht van een herder. De herder keek hem aan met een glimlach, alsof hij wou zeggen: ‘Wat een groot kind moet jij zijn, om zo te kijken naar een doodgewoon heidebloempje’.
De botanist bood hem vriendelijk zijn loupe aan met de woorden: ‘Wil je ook eens kijken’? De herder bukte zich en keek een tijdje door de loupe. Onder het kijken veranderde zijn gezicht. Vol bewondering bleef hij kijken. ‘Is het niet prachtig’? vroeg de botanist. ‘Ik heb er geen woorden voor’ zei de herder. ‘Wat erg dat ik zo vaak, zonder er bij na te denken, vertrapt heb wat God zo mooi gemaakt heeft’.
20-12-2011
132