‘Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat veilig en vast is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel.’ (Hebreeën 6:19)
hoop = vol vertrouwen iets goeds verwachten
Je lichaam wordt ‘een tempel’ genoemd, de plaats waar God woont en waar Hij gediend wordt. Hij woont in je hart, in het ‘binnenste heiligdom, achter het voorhangsel’. Vanuit je zichtbare, tijdelijke, onzekere, onstabiele wereld gaat je hoop als een anker uit naar een onzichtbare, eeuwige plaats, waar veiligheid en vastheid te vinden is.
Je kunt in je leven deze verbinding tussen je Vader en jou werkelijk ervaren:
‘Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.’ (Hebreeën 4:16)
Je mag Hem naderen, die weg gaan door het voorhangsel heen (Hebreeën 10:19,20) naar de troon van de genade en wat je daar ervaart en ‘ontvangt’ en ‘vindt’ weer meenemen in je dagelijkse leven. En dan, in je gewone leven, merk je, hoe Hij je helpt, van binnenuit, vanuit je hart ‘op het juiste tijdstip’.
‘Waarlijk mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting’ (of: ‘op Hem hoop ik’) (Psalm 62:5)
de waarde van een anker
leer je goed kennen
als het stormt
Ons levensschip is op reis en in onze ‘water-wereld’ is alles onstabiel en niet vast. Als er stormen komen, dan heb je een anker nodig die op de bodem van de zee kan worden vastgemaakt. Je voelt de wind en de golven nog wel, maar ook dat je vastzit en veilig bent door dat anker. Dát is de ervaring van hoop (= vol vertrouwen iets goeds verwachten).
Wie hoopt, is gemotiveerd om door te gaan en niet op te geven.
‘…wie op de Here hopen, putten nieuwe kracht…’ (Jesaja 40:31)
Als jouw levensschip geen anker heeft, dan ben je ‘zonder hoop en zonder God in de wereld.’ (Efeze 2:12)
Auteur: Redactie
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen
