Oud-premier Jan Peter Balkende was aanwezig in Boedapest tijdens een internationaal congres aan de Karoli Gaspar Universiteit. De tweedaagse conferentie, georganiseerd door het internationale platform Refo500, had als thema ”Protestantisme, kennis en de wereld van wetenschap”.
In 21 lezingen kwamen „hoofdstukken uit de geschiedenis van het hoger onderwijs in Europa en Hongarije van de 16e tot de 20e eeuw” aan bod. De wetenschappers die een lezing hielden waren afkomstig uit alle disciplines. Allen wisten echter de verbinding te leggen tussen wetenschap, kerk en maatschappij.
Afgelopen week vonden in Boedapest (Hongarije) twee Refo500-conferenties plaats. Pál Fodor, één van de directeuren van de Hongaarse Academie der Wetenschappen, zei bij de opening van de eerste Refo500-conferentie van dit instituut, dat het hem verheugde dat de Academie nu deel uitmaakt van het internationale netwerk Refo500.
In aansluiting aan dit openingswoord stelde Zsombor Tóth de activiteiten voor die de Academie tot en met 2017 wil gaan ontwikkelen. De focus ligt daarbij op de Hongaarse Reformatie en de uitwerkingen daarvan door de eeuwen heen en op verschillende gebieden. Bij de conferentie werd duidelijk niet alleen hoe trots men hier op de eigen geschiedenis is, maar ook hoe die geschiedenis sterk door het calvinisme bepaald is.
Réka Kiss is wetenschappelijk medewerkster op de afdeling etnologie van de Academie en deskundige op het gebied van de praktijk van de calvinistische kerkelijke tucht. Haar onderzoek van plaatselijke archieven bracht haar tot de conclusie dat de tucht veel minder stringent gehanteerd werd dan vaak gedacht wordt, hetgeen het beeld van het strenge calvinisme behoorlijk bijkleurt. De religieuze normen en de dagelijkse praxis liepen lang niet altijd gelijk. Gabriella Erdélyi, eveneens onderzoekster bij de Academie, deed er nog een schepje bovenop met voorbeelden van gereformeerden die toch voor de zekerheid bij de pauselijke instanties toestemming voor een huwelijk of dispensatie van huwelijksbeloften vroegen. Ook al vonden de gereformeerde leer en kerkorde het goed, het kon toch geen kwaad ook de stem van de paus mee te hebben.
Belangrijk in het proces van reformatie bleek de taal te zijn. Dat gold niet alleen voor de vraag welke reformatorische geschriften in bijvoorbeeld het Hongaars, Pools of Tsjechisch vertaald werden, maar ook of een prediker of pastoor de nieuwe leer of juist de waarschuwing daartegen in de eigen taal van het dorp of de streek wist te brengen. Dat had dus niet zoveel met de inhoud als wel met de vorm van de boodschap te maken. Juist bij dit soort onderwerpen wordt duidelijk hoe Reformatieonderzoek een vak is waar je het met theologie alleen absoluut niet kunt redden. Kennis van gebruiken, van dialecten, van literatuur etc. is even zozeer nodig om goed zicht op de geschiedenis te krijgen. Dat is dan ook de winst van een conferentie waarin wetenschappers van verschillende vakgebieden hun onderzoek onder woorden brengen en met elkaar in gesprek gaan.
Refo500
Hongaarse Academie der Wetenschappen
17-12-2012
Kerk
https://mta.hu