Ik geloof niet in een gebed dat door technieken en grotere inzet van onze kant meer kracht heeft. God gaat niet meer God zijn als wij verwachtingsvol bidden. Ik geloof dat het andersom werkt. Als wij God meer gaan erkennen, vertrouwen en zicht krijgen op Hem, dan gaan we verwachtingsvol bidden als reactie op wat we hebben geleerd van en over God. In de bijbel staan veel verhalen over hoe God gebeden verhoorde en wonderen deed. Soms staan gebeden ook opgetekend zodat we kunnen proeven van het geloof en de verwachting van mensen. Wat was nou hun ‘geheim’…
Als je iets vraagt aan mensen die je goed kent, weet je vaak al wat het antwoord is. Dat kan je inschatten. Als ik mijn vriend vraag om te helpen bij mijn verhuizing, zal hij komen. Waarom weet ik dit en heb ik die verwachting? Simpelweg omdat ik ervaring heb opgedaan met die vriend. Ik ken hem, hij is behulpzaam en praktisch ingesteld. Dus als ik vraag, heb ik de vaste hoop dat hij me te hulp zal komen. Als ik dezelfde vraag stel aan een wildvreemde op straat, heb ik geen flauw idee wat de reactie zal zijn. Ik kan de reactie van de ander niet inschatten. Simpelweg omdat ik hem of haar niet ken. Als ik het vraag aan die hele luie, egocentrische figuur waar ik niet mee kan opschieten, kan ik zijn reactie wel inschatten en zal die inschatting niet positief zijn. Weinig verwachting dus in dat geval.
God vraagt van Zijn kinderen geloof en vertrouwen. In het gebed hebben we dat ook nodig.
Laten we kijken naar een duidelijke uitspraak die Jakobus ons meegeeft. Deze uitspraak heeft mij in het verleden wel eens schrik aangejaagd
Jak 1:5 Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. 6 Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel. Wie twijfelt is als een golf in zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen. 7-8 Wie zo aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij iets van de Heer zal krijgen.
Deze uitspraak is heel duidelijk, maar kan ons toch ook een heel verkeerd en verkrampt idee van gebed geven. Het zegt haast, als je dus twijfel en ongeloof kent in je gebed zal God (dus) niet zal verhoren. Dus ik moet mezelf oppeppen en als een soort supergelovige bidden. Dit kan heel erg ontmoedigend zijn voor gewone christenen als jij en ik en als een onmenselijke opgave voelen. De Bijbel, Gods woord, is NOOIT ontmoedigend naar kinderen van God over de wens van onze Vader om onze gebeden te horen en verhoren. Gods woord is (hoewel altijd uitdagend en confronterend) altijd opbouwend, liefdevol en met het goede op het oog. Dus wat wil God ons leren door Jakobus 1. Laten we de tekst nog eens goed bekijken.
In vers 5 zien we denk ik een sleutel die heel belangrijk is. Het gaat me om de tweede zin.
Daar staat: Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven.
Jakobus moedigt aan om te bidden, in dit geval voor wijsheid. En hij geeft iets mee als bemoediging en anker: ‘God geeft aan iedereen, zonder voorbehoud en zonder verwijt’. Hij laat dus zien dat Hij God heeft LEREN KENNEN als een God die geeft zonder voorbehoud en verwijt. God heeft zich op die manier aan de mensen geopenbaard. Daarom staat er in vers 6 dat we vol vertrouwen kunnen zijn.
Dus gebaseerd op kennis en kennen van God kunnen we verwachtingsvol bidden.
We gaan nog een paar voorbeelden hiervan bekijken. Hier is Jezus zelf aan het woord.
Mat. 7:7 Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 8 Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 9 Is er iemand onder jullie die zijn kind, als het om een brood vraagt, een steen zou geven? 10 Of een slang, als het om een vis vraagt? 11 Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan het goede geven aan wie hem daarom vragen.
Ons anker in deze tekst: God WIL ZIJN KINDEREN het goede geven.
Ook hier zien we dat Jezus ons eerst bemoedigd en iets op het hart drukt. Vraag, zoek en klop. En er zal gegeven, gevonden en opengedaan worden. En dan gaat Jezus ons, net als Jakobus deed, iets leren over de Vader, aan wie ons gebed als kinderen is gericht. Hij laat zijn toehoorders nadenken over aardse vaders die het beste willen geven aan hun kinderen, al lukt dat vaak niet eens omdat we onvolmaakt zijn. Daarna zegt Jezus, des te meer zal jullie Vader in de hemel je het goede geven als je daarom vraagt. Jezus leert ons dus iets over de Vader waardoor we met gefundeerd vertrouwen kunnen vragen, zoeken en kloppen. Het anker hierin is dus: God is een vader die het goede wil geven. Dat anker geeft ons kracht en versterkt ons vertrouwen en geloof en onze liefde voor God.
We gaan nu naar een andere uitspraak van Jezus over het gebed kijken en aan jou de vraag om te ontdekken wat de oproep en het anker is in deze uitspraak.
Johannes 16:25 Ik heb jullie dit alles in beelden verteld, maar er komt een tijd dat ik niet meer in beelden spreek, maar jullie zonder omwegen over de Vader vertel. 26 Als je dan iets vraagt in mijn naam, hoef ik het niet meer namens jullie aan de Vader te vragen, 27 want de Vader zelf heeft jullie lief, omdat jullie mij liefhebben en geloven dat ik van God ben gekomen. 28 Ik ben bij de Vader vandaan gegaan en naar de wereld gekomen, nu verlaat ik de wereld weer en ga ik terug naar de Vader.’
OPROEP: Vraag in mijn naam. ANKER: God zelf heeft jullie lief omdat jullie mij liefhebben en geloven dat ik van God ben gekomen.
Wat wij dus nodig hebben als we vol verwachting en geloof willen leven en bidden is VEEL ANKERS om ons geloof en verwachting te bieden. Het anker is Gods woord dat nooit veranderd en altijd doet wat het belooft. Als je de bijbel leest, is het wijs om de ankers (wat leer ik over God, mezelf en de wereld) in je hart te overdenken en op te schrijven om te onthouden.
Jozua 10:12-14
12 Want op die dag, de dag dat de HEER de Amorieten aan Israël overleverde, had Jozua gebeden tot de HEER. In aanwezigheid van Israël sprak hij:
‘Zon, sta stil boven Gibeon, maan, blijf staan boven de vlakte van Ajjalon.’
13 En de zon stond stil en de maan bleef staan, tot Israël zijn vijanden had afgestraft.
Dit staat opgetekend in het Boek van de oprechte. De zon bleef een volle dag boven aan de hemel staan voordat ze onderging. 14 Het is voor noch na die dag ooit voorgekomen dat de HEER op die manier gehoor gaf aan de bede van een mens, maar de HEER streed dan ook voor Israël.
Waardoor kon Jozua dit bidden? Omdat God zich aan hem had geopenbaard als een God die Hem terzijde zou staan en de opdracht gaf om het beloofde land in te gaan. Ook Jozua heeft aan de schelfzee gestaan toen God deze in tweeen spleet voor het volk Israel. God deed iets wonderlijks, en het gebed van een mens wilde Hij gebruiken voor de uitwerking van ZIJN VOORNEMENS.Ook bij profeten en gebeden in de psalmen zien we dat profeten en psalmisten Gods eigenschappen steeds weer noemen in hun gebeden en profetieën.
De volgende keer dat je gaat bidden is het misschien wel heel bemoedigend (letterlijk) om eerst eens stil te staan bij WIE GOD IS. Door Hem te danken voor Wie Hij is. Hem te aanbidden en je letterlijk voor de Geest te halen hoe groot hij is. Je zult merken dat je van Hem meer durft te verwachten als je beeld van hem wordt gevormd door de ankers die Hij geeft in de Bijbel.
Morgen gaan we verder over dit onderwerp met deel 2 – Volwassen Gebed en Kinderlijk Geloof
Wil je reageren? Ik zie ernaar uit! Tot morgen, hartelijke groet, Martin
Martin Brand
10-08-2013
136
https://www.martinbrand.nu