Op een kruispunt van twee wegen stond een zigeunerin, die een stok in de lucht gooide en die op de grond liet vallen. Dit deed ze drie keer achter elkaar.
Een voorbijganger vroeg nieuwsgierig: ‘Waarom gooit u die stok in de lucht’?
Zij antwoordde: ‘Om te weten welke richting ik moet gaan; ik neem de weg die de stok mij aanwijst’.