Tijdens het algemeen overleg van gisteravond, over de Nederlandse inzet ter bevordering van de stabiliteit in Somalië, heeft staatssecretaris Ben Knapen op aandringen van de ChristenUnie en het CDA toegezegd ‘serieus te bekijken’ of het mogelijk is tien procent van het noodhulpbudget te besteden via Nederlandse non-gouvernementele hulporganisaties.
Joël Voordewind (CU): “Hoewel hij er eerst niet voor voelde, was hij gevoelig voor het argument dat deze organisaties vaak al jaren in het gebied aanwezig zijn, over een lokaal netwerk beschikken en daarom snel en flexibel kunnen werken. De rapportages van deze organisaties zijn veel gedetailleerder en secuurder dan de rapportages van grootschalige multilaterale hulpverlening. Ook dat sprak hem aan.”
Hoewel Knapen eerder had aangegeven door het budget voor noodhulp heen te zijn, heeft hij op aandringen van de Tweede Kamer toegezegd zich in te spannen extra budget beschikbaar te maken. Voordewind: “Uit zijn betoog sprak een grote betrokkenheid.”
Voorafgaand aan dit kamerdebat hebben Evert Jan Brouwer van Woord en Daad en Ewout Suithoff van ZOA gesproken met de Tweede Kamerfracties van het CDA en de ChristenUnie. Veel van de punten die ze daarbij benoemden, zagen ze terugkomen in de opmerkingen en vragen voor de Staatssecretaris, en ze zijn blij met de reactie van de bewindsman.
De vier hulporganisaties willen benadrukken dat een structurele aanpak van de problematiek in de Hoorn van Afrika absoluut noodzakelijk is. Zonder mogelijkheden voor verdere ontwikkeling zullen kwetsbare groepen blijven terugvallen in noodhulpsituaties. Ook is een blijvende inzet voor stabilisatie van de politieke situatie in Somalië geboden. Het is daarom een goede zaak dat Nederland bij de EU heeft aangedrongen op het aanstellen van een Speciaal Gezant voor het gebied.
01-10-2011
Hulpverlening
https://www.zoa.nl
