Sylvie: ‘Ik wil graag een extra lening, zodat ik meer kan investeren’. Waar je ook bent in Ouagadougou, overal zie je mensen die iets proberen te verkopen. Officieel is 77 procent van de bevolking werkloos. Een groot deel van hen verdient echter hun geld in de informele sector.
Op iedere straathoek in Ouagadougou kom je ze tegen: mannen en vrouwen achter karren met keurig opgestapelde watermeloenen, kraampjes met fietsbanden, flessen benzine, kleurige teiltjes, bezems, ragebollen… Veel verkopers hebben bij gebrek aan kar of kraam, hun koopwaar op de roodbruine aarde uitgestald. Werkloos zijn ze niet, maar zonder sociaal verzekeringsstelsel werken ze wel letterlijk voor hun dagelijks brood.
Onafhankelijkheid
ACFIME, de partnerorganisatie van Woord en Daad in Burkina Faso, geeft jaarlijks 7000 leningen uit aan vrouwen met een klein bedrijfje. Vrouwen die hun bedrijvigheid willen uitbreiden, maar bij de bank geen toegang hebben tot een lening. Op die manier wil ACFIME bijdragen aan de financiële onafhankelijkheid van deze vrouwen en bijdragen aan de groei van de nationale economie.
Koninklijke ontwerpen
Op een kleine tien minuten rijden van het hoofdkantoor van ACFIME, stappen we uit bij kledingatelier Malika. ‘Ja, ik heb de winkel naar mezelf vernoemd’, vertelt eigenaresse Sylvie Caroline Malika trots. ‘Malika’ betekent ‘koningin’ of ‘prinses’, en de winkel doet die naam zeker eer aan. In de etalage staan drie paspoppen in kleurrijke mantelpakjes en in de winkel verbazen we ons over de koninklijke ontwerpen. Sylvie is een vakvrouw die weet hoe ze mensen mooi kan aankleden.
Stevige groei
Sylvie Caroline Malika is een ondernemende vrouw van 37 jaar. Ze is getrouwd en heeft een jongen van negen en een meisje van zes jaar. In 2004 startte ze met een kleinschalig kledingatelier en sinds ze in 2007 startte in het microkredietprogramma van ACFIME maakte haar bedrijf een stevige groei door. ‘ACFIME gaf me in totaal vier leningen’. Dat betekent dat Sylvie trouw de leningen aflost. ‘Met de leningen kocht ik extra materialen en machines. Het gaat goed met de zaken, per dag heb ik tien klanten die kleding bestellen.’
Betere service
Het afzetgebied van Sylvie is de afgelopen jaren flink gegroeid. Haar ontwerpen worden gedragen door heel Burkina Faso. ‘Ik maak ook kleding die op de nationale televisie wordt gedragen’, vertelt ze. ‘Dat is heel goed voor mijn publiciteit’. Sylvie heeft nu zeven medewerkers in dienst en zit vol ambitie. ‘Ik wil een extra lening afsluiten zodat ik meer kan investeren. Nu moeten mensen twee weken wachten op hun kleding, maar ik wil toe naar twee dagen wachttijd. Zo kan ik meer klanten bedienen en betere service aanbieden.’
Ontwerper en manager
Met deze groei verwacht Sylvie eind 2015 twintig medewerkers in dienst te hebben. Op de vraag hoe ze het vindt om naast ontwerpen ook manager te zijn van het bedrijf, haalt Sylvie haar schouders op. ‘Je moet er gewoon voor zorgen dat iedereen een eigen taak heeft’. Waar ze wil staan als ze vijftig is? ‘Ik wil een groot bedrijf waarin ik honderd mensen in diensten in dienst heb.’ Ze gooit haar schouders in de lucht en stelt zichzelf lachend de vraag: ‘En waarom niet meer?’
Rina Molenaar
Woord en Daad
17-02-2015
Hulpverlening
https://www.woordendaad.nl