Er moeten over tien jaar meer meesters voor de klas staan. Daartoe heeft de Tweede Kamer beslist na het aannemen van een motie van de ChristenUnie. De minister voor Primair en Voortgezet onderwijs moet nu een streefgetal vaststellen en samen met het onderwijsveld een plan opstellen om over ca. tien jaar daadwerkelijk meer meesters voor de klas te hebben.
Het percentage meesters op de basisschool ligt momenteel schrikbarend laag (13%) en blijft dalen. ChristenUnie-Tweede Kamerlid Don Ceder kwam daarom met een motie om in te grijpen op deze trend. “Uit onderzoek blijkt dat het zowel voor jongens als meisjes goed is om ook meesters voor de klas te hebben meegemaakt. Ze hebben ook mannelijke rolmodellen nodig in hun leven. Die meesters dreigen steeds zeldzamer te worden als er niet gericht wordt ingegrepen. De trend keert niet vanzelf. En dus willen we dat het onderwijsveld een duidelijk doel meekrijgt en haar eigen expertise inzet om gezamenlijk het aantal meesters omhoog te stuwen.”
Meer jongens
Eerder onderzoek vanuit het ministerie van OCW heeft al uitgewezen welke interventies kunnen helpen om meer mannen aan te trekken tot het vak van meester. Zo helpt zichtbaarheid van mannen bij open dagen en tijdens de pabo-opleiding. Ook grotere ruimte voor specialisatie tijdens de pabo-opleiding, bijvoorbeeld op gebied van sport, helpt om meer jongens aan te trekken voor de opleiding. De Tweede Kamer wil nu dat de minister samen met onderwijsorganisaties meer van dit soort mogelijkheden in kaart gaat brengen en daarop inzet. “Zodat we over tien jaar kunnen zeggen dat ieder kind een jaar een meester voor de klas heeft gehad,” aldus Don Ceder.
Web: www.christenunie.nl
Beeld: © Henk-Jan Oudenampsen
Auteur: Tim Kuijsten