Hoe zal het zijn

Column – Denken hoe het in de hemel zal zijn zal iets zijn waar elke gelovige zich van tijd tot tijd met zal bezighouden. Sommigen al van jongs af aan. Tot die groep behoor ik. Ik ben opgegroeid met de verhalen uit de kinderbijbel van Anne de Vries. En naar mate ik ouder werd kwam ik er achter dat mijn herinneringen aan deze verhalen uit de kinderbijbel soms ‘meegingen’ in de beleving van de geschiedenis.

Voorgeschiedenis

Denken aan de hemel hoort daarbij. Ik weet niet hoe het jou op dit punt vergaat, maar ik kom vaak niet veel verder dan de woorden uit een bekend oud lied “Daar boven is een heerlijk oord, o zo schoon, o zo schoon.” Maar ook begrippen als het permanent loven en danken van God horen daarbij. Naar mate ik ouder word krijgt het denken aan de hemel een steeds meer prominente plek in mijn gedachten. Keer op keer probeer ik mij een meer concreet beeld te vormen hoe het in de hemel zal zijn. En daarover wilde ik een column schrijven.

Maar al schrijvend kwam ik er achter dat ik hierin vast liep. Mijn schrijfsel werd fragmentarisch, onvolledig, te menselijk en misschien nog wel meer. En daarom ben ik ermee gestopt. Toch liet het me niet los en deed ik een tweede poging. Wat je nu krijgt te lezen is dus min of meer een tweede versie van een column over mijn toekomstverwachting. Hoe zal het zijn in de hemel? En daarbij beperk ik mij tot twee begrippen, te weten zien en kennen.

Zien

Wat er in mijn gedachten  bleef haken waren de woorden “We zullen Hem zien zoals Hij is.”  Deze woorden komen voor in 1 Johannes 3:2,3. Dat vers luidt: “Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen wij; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is.” En dat is niet de Heere Jezus zoals ik Hem zag in de kinderbijbel van Anne de Vries, Dat is niet wat ik van Hem ‘gemaakt’ heb door mijn theologische inzichten. Dat is niet zoals ik Hem graag zou willen zien. Hij is wat God de Vader van Hem zegt: “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie ik Mijn welbehagen heb!” (Mattheus 3:17)

Kennen

Na een poosje kwam er een tweede tekst bij mij boven, die min of meer lijkt op de vorige. Ik doel hierbij op de woorden uit 1 Korinthe 13:  “Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben” Volgens mij is het goed het hele twaalfde vers uit dit hoofdstuk te citeren: “Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.”

Te wonderlijk

Het is voor mij wat verleidelijk nu naar mijn boekenkast te gaan en op zoek e gaan naar een bijbelverklaring, waardoor ik meer zicht krijg op de verzen ‘Wij zullen Hem zien zoals hij is” en “Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.”  Ik doe het niet. De reikwijdte van deze woorden mogen nog een poosje een raadsel voor mij blijven. Ik wil ze laten staan zoals ze daar staan in hun min of meer mysterieuze vorm. Ik zou haast zeggen ‘in hun ongerepte vorm’. Het vooruitzicht straks bij Hem te zijn en Hem te zien zoals Hij is en dan te kennen zoals ik zelf gekend ben is voor mij nu genoeg.  Nee, niet genoeg, eigenlijk al te veel. Ook deze woorden zijn voor mij te wonderlijk, te hoog. Ik kan er niet bij (Psalm 139:6).

Auteur en foto: Willem van Leiden

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies