Column – Mensen in de avond van hun leven hebben soms de neiging na te gaan welke dingen ze willen houden en wat ze – om welke reden dan ook – weg zullen doen. Ik ontkom daar ook niet aan. Vanmiddag heb ik een stukje oud archief doorgenomen.
Al bladerend kwam ik een uitgeschreven speech tegen die ik ooit ergens heb gehouden. Een onderdeel hiervan was een gedicht met de naam ‘Even’. Over de gehouden speech heb ik niets te melden. Het gedicht heeft ooit op de achterkant van een blaadje van de scheurkalender van de uitgeverij Medema gestaan. Het luidt als volgt:
Even naar huis en even naar de zaak,
even de krant en even een vermaak.
Even op reis en even naar de kerk,
even op bed en even aan het werk.
En hebt ge er wel op gelet,
men doet voor ’t eten even een gebed.
’t Is in deez’ snelle tijd
maar alles even, even.
Men spoedt en haast zich voort,
men kan maar even leven.
Doch na dit even volgt een eindeloze eeuwigheid …
Is daarop uw ziel wel ernstig voorbereid?
De boodschap van dit gedicht is zo actueel, dat het ruim 40 jaar na de gehouden speech naar mijn mening niet misstaat het nog eens op te nemen in een column die in 2025 is geschreven.
Auteur: Willem van Leiden
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen