‘Deze maand zal voor u het begin van de maanden zijn…’ (Exodus 12:2). Het Hebreeuwse woord voor ‘maand’ is ‘chodesh’ (8-4-300) en dit woord betekent ook: ‘nieuwe maan’ en ‘vernieuwing’. Je kunt dus ook vertalen: ‘Deze vernieuwing zal voor u het begin van vernieuwingen zijn…’
De maan is, anders dan de zon, steeds aan het veranderen. Zo gaat het hier op aarde ook met alles wat groeit, waarin ontwikkeling zit. Het is een komen en weer gaan.

Wie alleen leeft voor de aardse, zichtbare dingen en gevangen is in dit denken (dat is in de Bijbel ‘leven in Egypte’), ziet dat alles eindigt, voorbijgaat en doodgaat. Dat kan je benauwen en een zinloos gevoel geven.
Bij de uittocht uit Egypte (~ de verlossing uit dit leven van Egypte) wijst de Here op de maan. De maan is niet een komen en gaan en dan voorgoed verdwijnen, nee, er komt weer een nieuwe maan, een vernieuwing. Nu je verlost bent krijg je een leven waarin niets zinloos is, zelfs sterven niet. Sterven is nodig om op te kunnen staan. Elke echte vernieuwing in je leven, in je karakter, in je gedrag, betekent: er moet eerst iets gaan, iets sterven, voor er iets nieuws kan komen, kan opstaan.
‘…wijd je lichamen aan God als een levend offer (~ sterven)… Wordt niet gelijkvormig aan deze wereld (~’Egypte’), maar wordt veranderd door de vernieuwing van je denken (~ opstanding)…’ (Romeinen 12:1,2)
…als je gelooft in opstanding,
is de angel van de dood eruit.
(1 Korinthe 15:54,55)
Auteur: Redactie
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen

