GORINCHEM – Het eerste Woord en Daad-vrijwilligerscomité, met in Nederland woonachtige Burkinabé, is een feit. Er is sprake van een trend: een snel groeiend aantal mensen uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika dat in Nederland woont, meldt zich aan om via Woord en Daad hun thuisland te helpen.
Ook in Nederland levende inwoners uit Haïti, Bangladesh en Benin hebben zich de afgelopen maanden al bij Stichting Woord en Daad gemeld met de vraag hoe zij, via deze in de Nederlandse samenleving gewortelde christelijke ontwikkelingsorganisatie, hun thuisland kunnen opbouwen.
Nieuwe trend
Rina Molenaar, manager Communicatie en Fondsen, ziet hierin een nieuwe trend, die aansluit bij de mondialisering en bij het streven van Woord en Daad om te zoeken naar gelijkwaardigheid met zuidelijke partnerorganisaties: ‘De wereld wordt steeds kleiner. Ook vanaf het platteland van Burkina Faso heb je vandaag de dag met je smartphone zo contact met Nederland. Waarom zou een Afrikaan die in Amsterdam woont dan niet de al bestaande Nederlandse kanalen gebruiken om mensen ‘thuis’ te helpen zich te ontwikkelen?’
De nieuwe vrijwilligers die zich bij Woord en Daad aanmelden, geven de organisatie een nieuwe, kleurrijke impuls, constateert Molenaar: ‘Zij stellen ons kritische vragen: ‘waarom werken jullie op die manier?’ Zij kennen beide kanten van ons werk. Ik hoop dat we er niet alleen een groep trouwe, maar ook kritische donateurs en vrijwilligers bij hebben: houd ons maar scherp, zeg ik tegen hen.’
De groep uit Burkina Faso is al concreet in actie gekomen voor Woord en Daad. Met mensen uit andere bevolkingsgroepen worden momenteel oriënterende gesprekken gevoerd, zegt Molenaar. ‘Woord en Daad vindt het belangrijk om mensen in te zetten daar waar ze echt meerwaarde kunnen bieden. Sommigen willen zich graag als particuliere vrijwilligersgroep inzetten terwijl andere groepen graag met business-projecten willen meedenken en meedoen.’
Geld sturen
Emmanuel Coulibaly, die 3,5 jaar geleden in Nederland kwam wonen, zocht afgelopen jaar zelf contact met Woord en Daad, die hij in zijn vaderland Burkina Faso had leren kennen als partnerorganisatie van onderwijsorganisatie CREDO. ‘Natuurlijk kun je zelf geld sturen naar familie of vrienden die het krap hebben’, zegt hij. ‘Maar dat is geen professionele manier van werken. Hulp bieden via professionele organisaties als Woord en Daad, heeft echt mijn voorkeur.’
Coulibaly is inmiddels voorzitter van een het 79e Woord en Daad-comité: een interkerkelijke groep van plaatselijke vrijwilligers die zich inzet om bekendheid en fondsen te werven voor het werk van Woord en Daad. Door heel Nederland heen zijn dit soort vrijwilligersgroepen. ‘Comité Amsterdam’ bestaat, naast Coulibaly’s Nederlandse vrouw Irene, geheel uit Burkinezen. ‘We richten ons in eerste instantie op de diaspora: mensen die zelf uit Burkina Faso afkomstig zijn en nu hier wonen’, vertelt hij.
Onder meer door het aanbieden van avonden met eten, muziek en films uit zijn vaderland, hoopt Coulibaly Burkinezen enthousiast te maken om via Woord en Daad projecten in Burkina te gaan steunen. Zijn voorkeur ligt bij initiatieven die als doel hebben mensen zelfstandig te maken. ‘Ik kom te veel mensen in Afrika tegen met een houding van: ‘ik ben arm, dus iemand moet mij geld geven’. Maar ook als je arm bent, kun je verantwoordelijkheid nemen voor je leven.’
Woord en Daad
Woord en Daad
25-02-2015
Hulpverlening
https://www.woordendaad.nl