Majoor Bosshardt redde joodse kinderen

Vorige week was het wereldwijd herinneringsdag van de Holocaust. Waar internationaal de slachtoffers van de Holocaust worden herdacht. In Nederland speelde majoor Bosshardt een belangrijke rol in de levens van een aantal joodse kinderen.

Toen in mei 1940 de bezetting begon, was –toen nog kapitein –Alida Margaretha Bosshardt voor het Leger des Heils werkzaam in kindertehuis ‘De Zonnehoek’ in Amsterdam, in het hart van de jodenbuurt. Begin 1941 kwamen drie joodse zusjes, Hendrina, Dimphina en Helena Terhorst, onder de hoede van Bosshardt. Ook de zwangere moeder van de drie kinderen vond tijdelijk onderdak bij het Leger des Heils. Kort na de geboorte van de baby, die de naam Roos kreeg, werd het kindertehuis gevorderd door de door de Duitsers georganiseerde Winterhulp. Het ‘Leger’ vluchtte met ongeveer 70 kinderen, waaronder veel joodse, naar Amsterdam-Noord.

Later vertrokken de kinderen per trein en te voet naar het Gooi, waar ze, in de loop van de tijd, op meer dan tien verschillende adressen woonden. Via de ondergrondse kreeg Bosshardt onderduikadressen waar de kinderen naartoe konden worden gebracht. Het lukte haar meer dan 75 joodse kinderen veilig onder te brengen.

Het is Bosshardt tijdens de oorlogsjaren steeds gelukt de vier zusjes Terhorst veilig bij elkaar te houden. Dit leidde ertoe dat zij jaren later de Yad Vashem onderscheiding ontving. Hendrina, Dimphina, Helena en Roos schreven aan de beoordelingscommissie van Yad Vashem dat majoor Bosshardt hen, ondanks de weinige middelen die haar ter beschikk ing stonden, alle vier een gevoel van wamte en bescherming had gegeven. “De majoor is voor ons als een moeder, en ze noemt ons tot op de dag van vandaag ‘Mijn Kinderen’. We hebben ons leven, onze kinderen en kleinkinderen aan haar te danken.”