Gebeden van oma veranderen het leven van de Noord-Koreaanse Eun

Eun bevond zich in een kamp voor Noord-Koreaanse straatkinderen. Haar moeder en zussen waren al in China. Haar broer was bij een oom elders in Noord-Korea en haar vader was ook ergens in het land. Maanden geleden was ze ook bij die oom, tot er op de dag niet genoeg voedsel meer voor hen was. Eun besloot toen op straat te gaan leven, zodat haar kleine broertje hopelijk zou overleven.

Een paar weken later werd ze opgepakt door de politie en naar het kamp gebracht, waar al 2000 kinderen waren. Het was een kleine ruimte, zodat ze dag en nacht moest staan. Haar voeten zwollen op en ze kreeg nauwelijks genoeg voedsel om in leven te blijven. En maar heel af en toe was er een mogelijkheid voor hen om zich te wassen. Elke dag stierven er wel kinderen in het kamp.

De gebeden van oma

Daar in dat kamp herinnerde Eun Hye zich de gebeden van haar oma. Zou die onzichtbare God haar kunnen redden, vroeg ze zich af. Ze herinnerde zich dat haar oma dan een veilig plaatsje zocht, knielde en sprak tot ‘Hanonim’, wat ‘Heere’ betekent.

Eun mompelde de woorden die ze zich herinnerde van haar oma. ‘Hanonim, alstublieft, red mij. Breng me terug naar mijn familie.’

Het was verschrikkelijk voor de kinderen als ze af en toe naar de smerige wasruimte moesten, maar voor Eun was dat juist een moment om alleen met God te zijn. ‘Heere, red me uit deze pijn, uit deze verschrikkelijke plaats van de dood,’ bad ze dan.

Gevlucht

Twee maanden na haar aankomst vroeger de bewakers om vrijwilligers om mee te helpen bij het plukken van kastanjes in de bergen. Het was een lange en zware tocht. Eun durfde het niet aan, maar hoorde toen voor het eerst een stem in haar hoofd, haar gedachten, om wel mee te gaan. Dus ging ze mee.

Terwijl ze bezig waren met het plukken van de kastanjes, bedacht Eun dat ze kon proberen te ontsnappen. Ze bad God om hulp. Toen ze even niemand zagen, rende Eun met vriendin weg. Ze kwamen in een stad terecht en reisden verder.

Eun ging naar haar ouderlijk huis, om te zien of er misschien een bericht van haar ouders was. Van buren en onbekenden kreeg ze wat voedsel om enige tijd te kunnen overleven. Opnieuw bad ze tot God: ‘Ik weet niet hoe ik verder moet gaan, wijst U me alstublieft de weg.’

Ze vond tijdelijk onderdak bij een familie van een boer in de buurt. Ze dankte de Heere daarvoor en vroeg: ‘Mag ik hier blijven wonen? En alstublieft, laat mij mijn familie vinden.’

Naar China

Op een dag kreeg ze contact met een vriend van haar familie. ‘Je vader is bij ons,’ vertelde hij, ‘en je broer ook.’ Wat was ze blij hen weer te zien. En wat dankte ze de Heere voor het verhoren van haar gebeden.

‘Het gaat goed met je moeder en ook met je zussen. Ze zijn in China, het leven daar is veel beter,’ vertelde haar vader haar. Eun wist het zeker: zij wilde ook naar China, samen met haar vader en broer.

Op een dag was het zover. Ze stonden voor de rivier, aan de overkant lag China. Het was spannende vlucht naar China. Het was donker, dat moest ook voor de veiligheid. Ze stapten de rivier in, en hielden elkaar vast met een touw en kwamen veilig aan de overkant, waar ze de rest van de familie weer vonden.

Eun Hye vertelde aan haar moeder over haar gebeden in Noord-Korea. De eerstvolgende zondag ging ze met haar mee naar de kerk. Voor het eerst zag ze een kruis aan de muur. En ze zag de mensen bidden. Ze begreep de Chinese preek niet, maar ze voelde zich thuis. Ze besefte dat God de gebeden van haar oma, moeder, vader en de gebeden in de kerk had verhoord en haar veilig in China had gebracht. Ze was zo dankbaar voor hun gebeden.

Later werd aan haar uitgelegd dat de Heere Jezus Zijn leven had gegeven, Zijn bloed had gestort en opgestaan uit de dood om ook haar te verlossen, bevrijden van haar zonde. Wat was ze ook daar dankbaar voor!

Opgepakt en terug gestuurd naar Noord-Korea

Elke Noord-Koreaan die naar China vlucht, loopt het risico weer terug gestuurd te worden naar Noord-Korea. Dat gebeurde ook bij hen. Ze werden verraden en Eun, haar broer en haar ouders werden opgepakt en weer naar Noord-Korea gestuurd. Eun was ondertussen 17, haar broertje 13.

In Noord-Korea werden ze naar een detentiecentrum bij hun vroegere woonplaats gebracht. Eun en haar moeder werden in een vrouwencel gestopt, haar vader en broer in een mannencel. Het was winter en ijskoud. Eun had geen winterkleding, al snel begonnen haar voeten te bevriezen. De gevangenisdokter zei dat haar voet moest worden geamputeerd als het nog erger werd.

Veel erger waren de verhoren. Ze wilden weten waar Eun’s zussen waren, maar ze weigerde te antwoorden. Haar ouders werden gemarteld, ze hoorden hen schreeuwen van pijn. ‘Waarom is het een misdaad om in God te geloven,’ hoorde ze haar vader zeggen. Hij zei dat hij zou blijven geloven.

Toen brachten ze haar moeder bij haar. Ze was zo gemarteld dat ze haar bijna niet meer herkende. ‘Dit gaan we ook bij jou doen als je blijft liegen,’ dreigden ze haar.

Elke dag was een strijd om te overleven. Eun had zoveel pijn aan haar voeten dat ze niet kon slapen. Ze kregen maar een heel klein beetje eten, wat ook nog erg vies smaakte.

De hele familie zou naar de maximaal bewaakte strafkampen worden gebracht, waar ze zo hard zouden moeten werken dat ze er zouden sterven. Maar ze gaven niet op en bleven bidden.

Een groot wonder

Toen gebeurde er iets wat eigenlijk onmogelijk was. Eun Hye werd uit de cel gehaald, evenals haar broer, moeder en vader. Ze werden vrijgelaten en niemand wist waarom. Eun weet het zeker: God greep in. Samen met haar broer bracht ze hun ernstig mishandelde ouders naar het huis van hun oom. Na een paar maanden was haar moeder behoorlijk hersteld en ook Eun’s voet was weer genezen. Toen zei haar vader tegen haar dat ze samen met haar moeder weer naar China moest gaan, omdat haar oom niet voor hen allen kon zorgen en er ook geen eten genoeg was. Hij zou dan later met haar broer ook naar China komen.

Omdat haar moeder niet kon zwemmen, zocht Eun weer een dik touw om haar zo mee over de rivier te kunnen trekken. Omdat er bij de rivier om de 100 meter een grenswacht stond, was het deze keer veel gevaarlijker om aan de overkant te komen. Eerst gingen ze op de knieën om de Heere te vragen hen veilig in China te brengen.

In het water bleek er een sterke stroom te staan. Ze dreven steeds dichter naar de grenswacht toe. Ze werden ontdekt. Er werd op hen geschoten. Ze dachten dat ze zouden worden gedood, maar ze beseften ook dat God hun leven kon redden. En dat gebeurde, wonderlijk. Alle kogels misten en ze kwamen veilig aan in China.

Nog meer wonderen

Later hoorde Eun Hye dat haar vader was gestorven aan zijn verwondingen. Haar broer was nog steeds in Noord-Korea. Eun Hye trouwde met een Chinese man, maar het was niet lang vrede in haar leven. Ze werd opnieuw gearresteerd door de Chinese politie en zou weer worden terug gestuurd naar Noord-Korea. Wat een schrik.

‘Op de dag dat ik op transport zou worden gesteld, vroeg de politie of ik zwanger was. Zover ik wist, was dat niet het geval, maar ik zei zomaar opeens ‘ja’. Toen lieten ze me vrij, wat opnieuw een groot wonder was.’

Omdat ze toch niet zwanger bleek te zijn, maar dat wel graag wilde, begonnen Eun en haar moeder te bidden dat ze zwanger zou worden. En ook die gebeden werden verhoord. Ze kreeg een dochtertje en drie jaar later trokken ze naar Zuid-Korea, via Laos en Thailand.

Onderweg hielpen christelijke zendelingen hen verder. ‘God bewaarde ons, ik ben Hem zo dankbaar,’ vertelt Eun.

In Thailand stapten ze naar de politie en vroegen om hulp. Met het vliegtuig werden ze vervolgens naar Zuid-Korea gebracht. Haar oudere zussen kwamen daar later ook naartoe. Ze voelen zich er veilig.

Nu ze terugkijkt op haar leven tot nog toe, is ze stil en dankbaar. Dankbaar voor Gods zorg, voor Zijn bescherming, voor de verhoring van zoveel gebeden.

In Zuid-Korea ontdekte ze dat wereldwijd wordt gebeden voor Noord-Korea en voor de Noord-Koreaanse christenen, die zo zwaar hebben te lijden. ‘Dat had ik nooit eerder geweten. Die gebeden zijn zo belangrijk! Daardoor komen er meer Noord-Koreanen tot geloof in Jezus Christus.’

Bron: God Reports/Open Doors

Dirk van Genderen

Dirk van Genderen is columnist, publicist en spreker. Eerder was hij eindredacteur van Visie, het programmablad van de EO. Elke week schrijft hij een nieuwsbrief die ook op z’n site wordt gepubliceerd en elke maand schrijf hij een commentaar in Het Zoeklicht. Bezoek zijn website via de link onderaan dit item.

Dirk van Genderen
© Henk-Jan Oudenampsen
16-11-2019
Evangelisatie
https://www.dirkvangenderen.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies