Het aantal meldingen en registraties van discriminatie bij antidiscriminatievoorzieningen en de politie is in 2021 voor het 3e jaar op rij gestegen. Ook de Nationale Ombudsman en het College voor de Rechten van de Mens ontvingen meer meldingen en verzoeken. De toename is grotendeels toe te schrijven aan mensen die zich uitgesloten voelen door de coronamaatregelen.
Dat blijkt uit de rapportage Discriminatiecijfers in 2021 die vandaag wordt aangeboden aan de Tweede Kamer. In het rapport zijn alle discriminatiemeldingen en -incidenten opgenomen die door officiële instanties worden geregistreerd.
De antidiscriminatievoorzieningen ontvingen 6.922 discriminatiemeldingen, 1/4e meer dan in 2020. De politie registreerde 6.580 meldingen en incidenten, 7% meer. Het College voor de Rechten van de Mens ontving 739 verzoeken om een oordeel, een stijging van 16%. Daarnaast ontving het College bijna 2 keer zoveel meldingen en vragen over gelijke behandeling. Bij de Nationale Ombudsman verdubbelde het aantal klachten over discriminatie door overheidsinstanties tot 321. Alleen bij MiND en de Kinderombudsman kwamen in 2021 minder meldingen van discriminatie binnen dan in 2020. Het aantal meldingen van internetdiscriminatie bij MiND halveerde. De Kinderombudsman registreerde 3 klachten minder die te maken hebben met discriminatie en kwam op een totaal van 10.
Meldingen coronamaatregelen
De antidiscriminatievoorzieningen ontvingen in 2021 veel meldingen van mensen die zich uitgesloten voelen door de coronamaatregelen, met name het coronatoegangsbewijs en de mondkapjesplicht. Deze meldingen vallen grotendeels onder een niet-wettelijke discriminatiegrond. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die zich niet hebben laten vaccineren wegens een persoonlijke overtuiging die niet onder een wettelijk beschermde levensovertuiging valt en hierdoor geen toegang tot zwemles van hun kinderen krijgen. Een kleiner deel meldde dat ze om medische redenen geen mondkapje kunnen dragen en toch werden geweigerd. Ook het College voor de Rechten van de Mens en de Nationale Ombudsman ontvingen veel klachten en meldingen over de coronamaatregelen.
Stefano Frans, voorzitter van Discriminatie.nl: ‘Een grote en diverse groep Nederlanders heeft ervaren dat ze uitgesloten of ongelijk behandeld wordt omdat ze niet wil of kan voldoen aan de coronamaatregelen. Bij antidiscriminatievoorzieningen meldden zich veel mensen die hierdoor boos en gekwetst zijn. Het onderstreept dat iedereen in bepaalde omstandigheden discriminatie kan ervaren. Het is belangrijk daar oog voor te hebben en de verbinding te zoeken.’
Herkomst meest gemelde grond
Discriminatie op grond van herkomst komt het vaakst voor in de meldingen en registraties van antidiscriminatievoorzieningen (34%) en de politie (42%). Wel is het aantal meldingen bij antidiscriminatievoorzieningen teruggelopen in vergelijking met de piek tijdens en na Black Lives Matter in 2020, terwijl het aantal politieregistraties licht toenam. Ook bij Nationale Ombudsman (1/3e) en de Kinderombudsman (de helft) gaan de meeste meldingen over herkomst. Bij het College is herkomst na handicap/chronische ziekte de grond waar de meeste verzoeken betrekking op hebben.
‘Discriminatie hoort niet thuis in de samenleving. We moeten ons allemaal inspannen om het uit te bannen. Dat is ook een belangrijke politietaak’, aldus Peter Holla, portefeuillehouder aanpak discriminatie.
De meldingen bij antidiscriminatievoorzieningen gaan verder over niet-wettelijke discriminatiegronden – waaronder veel meldingen over coronamaatregelen vallen – (31%), handicap/ chronische ziekte (15%) en geslacht (6%). Verder ontvingen antidiscriminatievoorzieningen enkele tientallen meldingen over discriminatie door de Belastingdienst vanwege de Toeslagenaffaire.
Meeste discriminatie op terrein collectieve voorzieningen
De meeste meldingen bij antidiscriminatiebureaus vonden niet plaats op de arbeidsmarkt, zoals in voorgaande jaren, maar op het terrein van collectieve voorzieningen (28%). Hieronder vallen onder andere ziekenhuizen, gemeentelijke dienstverlening en de Belastingdienst. Ook dit is het gevolg van de forse toename van meldingen over coronamaatregelen. Een toename was ook te zien op de terreinen horeca (van 3% naar 7% van het totaal) en sport en recreatie (van 2% naar 5%). De arbeidsmarkt bleef wel het op een na grootste terrein (16%). Bij het College had 1 op de 3 verzoeken om een oordeel betrekking op het terrein arbeid en was daarmee het grootste terrein.
Rijksoverheid
© Henk-Jan Oudenampsen
25-05-2022
Samenleving
https://www.rijksoverheid.nl