René is een gelukkig mens: hij heeft een lieve vrouw, twee gezonde dochters, een leuk huis en een eigen administratie- en adviesbureau. Maar Renés leven is niet altijd zo gelukkig geweest. Hij groeide op in een eenoudergezin, zonder vader. Lange tijd heeft dat een stempel op zijn leven gedrukt. René: ‘Om mijn moeder zo goed mogelijk te steunen nam ik al heel jong – ik was veertien – de zorg voor mijn broertje en zusje op me. Ik voelde me erg verantwoordelijk voor hen en zelf miste ik een vader.
Toen René negentien jaar was, leerde hij Paulina kennen: ‘een schat van een meid’. Op dat moment zat René nog steeds vast in een te vroege vaderrol, maar hij werd als een magneet tot haar aangetrokken. Paulina geloofde in God, maar René was niet van plan haar daarin te volgen. Toch gingen ze samen verder.
René: ‘De eerste acht jaren samen waren heel moeilijk. Een zware tijd van verwerking, leren liefde te accepteren en een relatie opbouwen. Ik had enorme muren om mij heen gebouwd uit angst om opnieuw gekwetst te worden, en hierdoor kon ik ook geen liefde ontvangen.’
Ultimatum
‘Inmiddels was onze eerste dochter geboren en ik wilde haar een andere opvoeding geven dan ik zelf had gehad. Ik wilde echt een vader voor haar zijn, ja de beste en meest liefdevolle vader. Hierdoor begon ik te veranderen: de muren die ik had opgebouwd, begonnen barsten te vertonen.’
Door liefde te leren geven en te ontvangen werd René langzaam een ander mens.
In dit proces begon hij zich ook te verdiepen in God, een zoektocht met vallen en opstaan. ‘Ik vroeg me steeds vaker af of God misschien toch echt bestond. Op andere momenten had ik het idee dat de hele wereld in de greep was van de duisternis en dat God verloren had. Eigenlijk hoopte ik dat Hij door een wonder te doen mij zou laten weten dat Hij bestond. Er kwam uiteindelijk een moment dat ik God een ultimatum stelde: “God, morgen moet U mij laten merken dat U echt bestaat, anders stop ik met naar U zoeken!”’
‘…ik hoefde alleen maar naar Hem toe te gaan’
Paniek
‘Die volgende dag hadden we een familiedag. De dag verliep rustig en het begon al avond te worden. Toen ging er plotseling iets heel erg mis en er brak paniek uit. Maar ik voelde mij wonderlijk rustig worden. Alsof je op een berg staat en je zorgen onder in de vallei liggen, waar je zonder moeite overheen kijkt. Plotseling kwam er een regel uit een lied in mijn gedachten: “Ik stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God.” Het was alsof God zelf tegen mij zei: “Vertrouw Mij maar, want Ik wil voor je zorgen.” Dit was het teken waar ik om gevraagd had. Vanaf dat moment ben ik, met vallen en opstaan, God steeds meer gaan vertrouwen.’
‘Ik ging steeds beter beseffen dat God als een Vader van mij houdt’
Vaderliefde
‘De muren rondom mijn hart werden steeds verder afgebroken. Ik ging beseffen dat God als een Vader van mij houdt. Zijn liefde is zo groot dat Hij zelfs zijn Zoon, Jezus, naar de aarde heeft laten gaan om ook voor mijn zonden te sterven aan het kruis. Ik weet nu dat God altijd al bij mij is geweest. Hij wachtte op mij en ik hoefde alleen maar naar Hem toe te gaan. God heeft mij een nieuw leven gegeven en zijn Vaderliefde heeft pijn, wrok en afwijzing genezen. Ik kan niet meer zonder Hem leven.’
Auteur: Henk-Jan Oudenampsen
Beeld: René
Eerder verschenen in leven.nu