Rachel vertelt haar verhaal: Niet langer leven voor perfectie

Ik ben Rachel, 28 jaar, opgegroeid in Woerden met mijn ouders en drie zusjes. In ons gezin speelde het geloof altijd een grote rol. Ik ben als baby gedoopt, we gingen elke zondag naar de kerk, ik volgde catechisatie, ging naar christelijke clubs en mee naar christelijke kampen. Geloof was een vast onderdeel van ons leven.

Maar als kind en tiener voelde het voor mij vooral als iets wat moest. Er zaten veel regels aan en veel verwachtingen. En hoewel ik de Bijbelverhalen kende, geloofde ik de verhalen niet. Een pratende slang? Jezus die over water loopt? Jona in de buik van een vis? Ik vond het maar onzin. Dit kon toch niet waar zijn? Het was voor mij als een sprookje. Ik dacht: eerst zien, dan pas geloven.

Naarmate ik ouder werd, begon ik afstand te nemen van alles wat met geloof te maken had. Ik verlangde naar vrijheid en naar het maken van mijn eigen keuzes. Rond mijn zestiende besloot ik niet meer mee te gaan naar de kerk. Dat was geen makkelijke beslissing. Thuis gaf dat veel spanning en ik voelde mij vaak schuldig tegenover mijn ouders.

Op school en in mijn vriendinnengroep sprak eigenlijk niemand over geloof. Het speelde geen rol in hun leven. Ik ging me ervoor schamen dat ik een christelijke achtergrond had en wilde daar niet mee geassocieerd worden. Toch merkte ik dat sommige overtuigingen en waarden diep in mij waren blijven zitten. ’s Avonds, als ik in bed lag, bad ik soms nog steeds. Zonder het echt te begrijpen of te weten of er iemand luisterde. Ergens bleef er een klein beetje hoop, al begreep ik zelf niet waarom.

In die periode voelde ik mij vaak leeg. Ik probeerde die leegte te vullen met andere dingen. Ik ging veel uit, was veel bezig met mijn uiterlijk, zocht bevestiging bij anderen, werkte hard en deed mijn best om door iedereen aardig gevonden te worden. Als ik er maar goed uitzag, aardig was, m’n best deed en hard werkte, dan zou ik mezelf beter gaan voelen. Tenminste, dat hoopte ik.

Maar dat gebeurde niet. Hoe hard ik ook mijn best deed, ik bleef met een gevoel van tekortschieten rondlopen. Niets leek genoeg. Niet op school, niet in vriendschappen, niet op werk en ook niet thuis. Ik legde de lat hoog voor mezelf. Mijn zelfbeeld was laag. Ik had vaak het gevoel dat ik er niet mocht zijn.

Toen ik 23 was, ontmoette ik Sebastian. Al snel kwam ik erachter dat hij christen was. Dat verraste me. Ik had het geloof achter me gelaten, omdat ik het vooral kende als iets zwaars. Maar hij sprak er op een heel andere manier over. Niet over wat allemaal niet mag, maar over wie God is. Een liefdevolle Vader. Iemand met wie je een liefdevolle relatie kunt hebben, in plaats van iemand voor wie je altijd moet presteren.

Hij vertelde me over genade. Over Jezus, die stierf aan het kruis voor onze zonden en opstond uit de dood, zodat we vergeving en nieuw leven kunnen ontvangen. Het deed iets met mij. Wat Sebas vertelde, paste totaal niet bij het beeld dat ik van God had. En toch voelde het alsof er iets in mij wakker werd.

Heel voorzichtig begon ik opnieuw te zoeken. Ik bad vaker, ging de Bijbel lezen, luisterde naar podcasts, stelde vragen aan andere christenen. Maar het voelde ook best ongemakkelijk. Alsof ik iets deed waar ik eerder bewust van was weggelopen. Er zat schaamte en verwarring op.

Want het geloof dat ik kende, voelde zwaar. Het was vol regels, vol moeten, vol dingen waar je niet aan kon voldoen. Voor mij had het altijd iets benauwends gehad. Iets wat je klein houdt. Maar nu hoorde ik over een God die juist dichtbij wil zijn. Iemand die je ziet zoals je bent, die je uitnodigt en niet afwijst. Een Vader bij wie je je zorgen neer mag leggen, die niet vraagt om perfectie, maar om vertrouwen.

Dat beeld stond zo ver af van wat ik altijd had ervaren, dat ik soms niet wist wat ik ermee moest. En toch liet het mij niet los.

Op een avond, zonder precies te weten waarom, bad ik:
“Heer Jezus, ik wil U toelaten in mijn leven.”

Ik wist niet wat ik ervan moest verwachten. Maar als ik nu terugkijk, was dat het moment dat er langzaam iets begon te veranderen.

Dingen waar ik eerder veel waarde aan hechtte, werden steeds minder belangrijk. Ik voelde minder de drang om mezelf te bewijzen en merkte dat ik veel meer rust ging ervaren. Ik keek met meer mildheid naar mezelf en naar anderen. Ik begon te beseffen dat ik niet alles zelf in de hand hoef te houden, omdat God een groter plan heeft en ik mijn zorgen bij Hem mag neerleggen.

Ik leerde dat ik fouten mag maken en niet perfect hoef en kan zijn. Ik was dankbaar en genoot van de kleine, alledaagse dingen. Mijn relaties werden hechter, omdat ik mij niet meer anders hoefde voor te doen. En mijn verlangen werd steeds sterker om tijd met God door te brengen en Hem beter te leren kennen.

Samen met Sebas ben ik mij meer in het geloof gaan verdiepen. We deelden onze vragen en groeiden samen in het geloof. Mijn identiteit begon te veranderen: niet meer gebouwd op wat ik doe of hoe ik overkom, maar wie ik ben in Gods ogen. De Bijbelverhalen die ik vroeger niet serieus nam, kregen betekenis. En waar ik de regels eerst zag als streng en beperkend, zie ik deze nu als liefdevolle kaders. Niet om mijn vrijheid af te nemen, maar om mij te beschermen.

Waar geloof vroeger voelde als een last, is het nu mijn bron van hoop.
Vandaag laat ik mij dopen, omdat ik weet dat ik Jezus nodig heb.
Ik laat mijn oude leven achter mij en kies ervoor om met Hem te leven.
Niet meer op eigen kracht, maar met Hem aan mijn zijde.

***

Dit interview is met vriendelijke toestemming van Upstream geplaatst. Meer getuigenissen en informatie over Upstream is te vinden via deze link: www.upstream.cafe/verhalen

Auteur: Team Upstream
Kerk De Basis: www.basis.cc
Upstraim: www.upstream.cafe
Beeld: Videostill Youtube
Cursus: www.basis.cc/opzoeknaarGod

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies