Esmé Wiegman, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie, bracht vanmorgen een bezoek aan hulporganisatie Dorcas in Andijk. Zij besprak daar onder meer haar ideeën over het belang van samenwerking van Nederlandse organisaties en kerken in het ondersteunen van ontwikkelingsprojecten in Oost-Europa en het terugbrengen van de bestaande versnippering daarin.
Nederland telt vele kleinschalige initiatieven waarbij bijvoorbeeld kerken een partnergemeente of kindertehuis ondersteunen in landen als Roemenië en Moldavië. Zij hebben daar persoonlijke contacten mee en sturen of brengen er op gezette tijden geld of goederen naartoe. ‘Veel kerken hebben in deze tijd moeite om hun begroting rond te krijgen en heroverwegen noodgedwongen hun zendingsbeleid. Ze hebben vaak ook de ervaring dat ze al jaren een project ondersteunen, maar dat dat geen blijvend resultaat heeft opgeleverd’, ziet Wiegman. ‘Hier ligt een kans om in te zetten op samenwerking. Er zijn plannen voor een platform van hulporganisaties en kerken die in Oost-Europa werken, met als doelen de hulpverlening beter op elkaar af te stemmen, van elkaar te leren en de duurzaamheid en impact van de verschillende initiatieven te vergroten. In april staat een eerste bijeenkomst gepland.’
In een periode dat de politiek flink bezuinigt op ontwikkelingssamenwerking en er ‘niemand meer over armoede praat’, probeert Wiegman, onder meer als fractiewoordvoerder voor Europese zaken, onderwerpen als vrouwenhandel en Roma-problematiek in Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie op de agenda te houden. ‘Veel vrouwen die in Amsterdam als prostituee werken, komen uit kansarme situaties in Oost-Europa, onder wie veel Roma-meisjes. De Nederlandse politiek zou meer van de EU-contacten gebruik moeten maken om er in een land als Roemenië op aan te dringen dat er maatregelen worden genomen om dit tegen te gaan. Ik heb zelf de armoede in de ogen gezien en ben gegrepen door deze thema’s.’
Ook Dorcas vindt samenwerking belangrijk, maar benadrukt dat dit moet wortelen in goede netwerken in de projectlanden. Dorcas werkt hier onder meer aan in Roemenië, waar zij projecten ondersteunt op het gebied van landbouw, werkgelegenheid, ouderenzorg en integratie van Roma. ‘Uit een diepgaand onderzoek naar onze sociale projecten vorig jaar, kwam onder meer als aanbeveling om te investeren in het verbeteren van samenwerking tussen verschillende hulporganisaties, zodat hulp beter op elkaar kan worden afgestemd’, aldus Dorcas-directeur Michel Gendi. ‘Veel problemen zijn heel complex. Denk aan de situatie van de Roma. Om daarin verandering te brengen, moet op verschillende niveaus actie worden ondernomen. Denk op de eerste plaats natuurlijk aan participatie van de Roma zelf, de inzet van lokale organisaties met expertise op dit gebied, begeleiding van professionele organisaties zoals Dorcas, maar ook de juiste beleidskeuzes van de overheid.’
Een voorbeeld is goed onderwijs voor Roma-kinderen. ‘Als een Roma-gemeenschap op twintig kilometer van de school in het dorp woont, kun je niet verwachten dat hun kinderen daarnaar toe gaan. Maar het onderwijs op de eigen school is kwalitatief niet goed, zodat de kinderen met een grote achterstand de maatschappij in gaan. Om deze spiraal te doorbreken, is samenwerking en afstemming tussen de verschillende partijen nodig. Als hulporganisaties goed samenwerken, kunnen zij gezamenlijk in overleg gaan met de overheid om daadwerkelijk beleidsverandering tot stand te brengen. Als Dorcas zien we hier een initiërende rol voor onszelf weggelegd, en we hebben dit dan ook opgenomen in ons strategisch meerjarenplan.’
28-02-2011
Hulpverlening
https://www.dorcas.nl
