Er moet meer geld naar de reclassering

De reclassering dreigt te bezwijken onder bezuinigingen en toenemende werklast. Nu rechters in de praktijk vaker celstraffen vervangen door werkstraffen of toezicht met bijzondere voorwaarden, neemt de druk sterk toe op de drie reclasseringsorganisaties.

12 augustus werd op Radio 1 de stelling “Er moet meer geld naar de reclassering” van stand.nl geponeerd, waarop Sjef van Gennip, topman van Reclassering Nederland en Peter Palsma, directeur Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, reageerden.

Het Leger des Heils heeft in 2012 6.546 cliënten in de Reclassering begeleid, in 2013 waren dat er 6.905. Voor Reclassering kreeg het Leger des Heils in 2012 22,8 miljoen euro en in 2013 daalde dat naar 21,0 miljoen euro. Dit is een forse bezuiniging, waardoor steeds meer mensen minder goed kunnen worden geholpen. Peter: „We zien dat er al een aantal jaren bezuinigd wordt op de reclassering. We krijgen meer werk, maar dat werk krijgen we niet weggezet.” De extra 15 miljoen die we nodig hebben klinkt als een groot bedrag, maar het is nodig om alle extra cliënten te kunnen begeleiden. Het Leger des Heils gelooft dat iedereen een nieuwe kans verdient. Daarvoor is voldoende tijd voor begeleiding bij het uitvoeren van een reclasseringstoezicht cruciaal. Dit draagt tevens bij aan een veilige samenleving met minder recidive.

Volgens Peter Palsma zijn we als reclassering eigenlijk slachtoffer van ons eigen succes, waardoor de vraag naar de inzet van reclassering sterk is toegenomen. “Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat in bepaalde situaties het effectiever is om mensen een taakstraf of een toezicht met bijzondere voorwaarden op te leggen. Een belangrijk aspect hiervan is dat je mensen niet uit de samenleving weghaalt. Ze moeten uiteindelijk toch weer terug in die samenleving komen.” Als je wilt dat mensen niet terugvallen in hun criminele gedrag, hebben ze goede begeleiding en toezicht nodig.