Na de scheiding tussen licht en duisternis geeft God een naam aan deze beide ‘toestanden’. Hij noemde het licht ‘dag’ en de duisternis ‘nacht’. Hiermee wordt nog niet over de gedeelten van een etmaal gesproken. Dat komt pas ter sprake in vers 14. In dit verband is het goed op te merken dat de zes scheppingsdagen verdeeld kunnen worden in tweemaal drie dagen die op een bepaald punt met elkaar corresponderen.
De eerste dag maakt God scheiding tussen het licht en de duisternis, de vierde dag maakt hij de hemellichten om een periode van licht en van duisternis aan te geven. De tweede dag maakt Hij scheiding tussen de wateren boven het uitspansel en die eronder, de vijfde dag roept Hij de waterdieren tot leven en het gevogelte des hemels. De derde dag laat Hij het droge te voorschijn komen. De zesde dag schept Hij de landdieren om de aarde te bevolken en schept Hij als kroon op de schepping de mens.
De eerste dag
Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag (Genesis 1:5b).
In het tweede gedeelte van vers vijf wordt aan de tijd van duisternis een naam gegeven, namelijk ‘avond’ als begin van het nachtgedeelte. De lichtperiode wordt ‘morgen’ genoemd als begin van het daggedeelte. Hier worden dus de twee gedeelten benoemd waaruit voor ons een etmaal bestaat. Over de tijdsduur van beide gedeelten wordt verder niets gezegd. Die duur moeten we afleiden uit andere bijbeluitspraken. Als er in Ex 20:11 en 31:17 gezegd wordt dat de Heer in zes dagen de hemel en de aarde gemaakt heeft dan is het redelijk aan te nemen dat het om zes perioden gaat die de Israëlieten kenden als zes dagen zoals wij daar ook over spreken.
Zes scheppingsdagen van beperkte duur
Er zijn evenwel uitleggers die er voor pleiten dat de zes dagen van Genesis langere perioden zijn geweest en dat je hoogstens vanaf dag vier van etmalen kunt spreken zoals wij die kennen, maar daar zou nog wel het een en ander tegen in te brengen zijn. Ik laat dat hier rusten en ga uit van zes scheppingsdagen van beperkte duur.
Let op de volgorde
Belangrijk is op te merken dat er niet staat: “het was morgen geweest en het was avond geweest de eerste dag,” maar dat de volgorde juist andersom is. Voor de Jood is dat nog steeds zo. Het nieuwe ‘etmaal’ (een term die later in gebruik kwam) begint volgens het bijbels spraakgebruik met het nachtgedeelte en dan het daggedeelte. Wij doen dat in feite ook, maar met dit verschil dat voor de Jood het nieuwe etmaal begint om zes uur in de avond en dat wij het laten ingaan om 12 uur ‘s nachts.
Eerst duisternis is en dan pas het licht
Voor de volledigheid vermeld ik nog even dat volgens dr. G.Ch. Aalders de morgen die hier genoemd wordt niet volgt op de nacht maar eraan voorafgaat. Hij beroept zich voor deze omkering van volgorde op Psalm 55:18 maar dat vers ondersteund eerder de gedachte dat voor de Jood het etmaal met de avond begon. Bovendien moeten we bedenken dat de volgorde in Genesis 1 is dat er eerst duisternis is en dan pas het licht geschapen wordt. Deze volgorde vinden we in het noemen van eerst de avond en daarna de morgen terug.
We kunnen hier de toepassing aan verbinden dat in geestelijk opzicht de mens eerst in duisternis verkeert en dat met zijn bekering de het licht aanbreekt. Voor de zondaar begint het ‘geestelijk etmaal’ met de avond en dan volgt de morgen.
Dit is deel 10 in de serie: Notities bij mijn Bijbel.
Jaap Fijnvandraat ( * 30 november 1925 – † 31 maart 2012).
Via de site www.jaapfijnvandraat.nl publiceerde de auteur gedurende de laatste jaren van zijn leven regelmatig artikelen en bijbelstudies. In de loop van de tijd schreef hij vele publicaties, artikelen, brochures en boeken. Deze site bevat een deel hiervan en daarnaast ook unieke publicaties die niet eerder op papier zijn uitgegeven.
Jaap Fijnvandraat
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen
Web: www.jaapfijnvandraat.nl