‘De kerk is dood.’ Dat stelde de communistische partij van Lenin in 1923. Decennialang werden christenen in de Sovjet-Unie vervolgd. Het communistische systeem viel begin jaren negentig uiteen. Maar het antichristelijke gedachtegoed leeft voort in verschillende voormalige staten van de Sovjet-Unie. SDOK schrijft dit op de vernieuwde website.
Christenen in deze landen ervaren een voortzetting van het gebrek aan geloofsvrijheid. Met name in Centraal-Azië krijgen ze daarnaast ook te maken met een opleving van de historische islamitische wortels. Toch volharden onze broeders en zusters in Centraal-Azië in hun geloof. Hieronder het verhaal van Salavat uit Oezbekistan.
De echo van Salavats woorden klonk door de lege kamer met kale muren. Salavat keek op van zijn Bijbel. Er was niemand gekomen om naar zijn preek te luisteren. Maar Salavat hield vol. Twee dagen lang preekte hij in een lege kamer om de bange christenen in zijn dorp te overtuigen dat ze moesten komen luisteren.
Niet-geregistreerde kerken zijn in Oezbekistan illegaal. Hoewel Salavat net weer vrij was na zes maanden gevangenisstraf, ging hij door met preken. Hij was bereid de prijs te betalen voor het volgen van zijn roeping door God. Diverse keren had hij al in de gevangenis gezeten. Tijdens zijn laatste gevangenschap waren zijn gemeenteleden zo bang dat ze zijn vrouw en kinderen niet durfden te helpen. Die stierven bijna van de honger. En nu Salavat weer vrij was, waren de gemeenteleden bang om naar de dienst te komen. Maar na verloop van tijd begonnen de gemeenteleden toch terug te komen. Samen met enkele christenen hield Salavat elke dag vroeg in de ochtend een bidstond, in de eenzaamheid van de woestijn buiten het dorp. Daar konden ze samenkomen zonder de angst dat anderen hen zouden zien of horen.
In 2007 werd Salavat opnieuw opgepakt. Hij werd veroordeeld tot een jaar dwangarbeid vanwege ‘het leiden van een illegale religieuze organisatie’. Toen Salavat na dat jaar vrijkwam, zette hij zijn werk in de gemeente voort, tot de dag van vandaag. Hoewel hij onder continue controle staat van de overheid, geeft hij zijn dienst in Gods Koninkrijk niet op. Inmiddels geeft Salavat leiding aan een groep voorgangers.
Als we Salavat in 2010 ontmoeten, vragen we hem of hij nog vaak terugdenkt aan de tijd in de gevangenis. Salavat staart een poosje voor zich uit en zegt dan, met emotie in zijn stem: “Het was erg moeilijk.” Salavat houdt er rekening mee dat hij binnenkort opnieuw gearresteerd kan worden. Maar hij vertelt ons: “Ik ben niet bang om terug te gaan naar de gevangenis. Ik maak me alleen zorgen om mijn vrouw en kinderen. Ik bid dat God voor hen zal zorgen, zodat ze geen honger hoeven te lijden als ik gevangen word gezet.”
SDOK
04-05-2012
Buitenland
https://www.sdok.nl