Toen Dwight L.Moody nog als een arme, haveloze jongen door de straten van Chicago zwierf, kwam hij op de een of andere manier terecht in een zondagsschool. Hij was heel verlegen, zenuwachtig en bang dat de andere jongens hem zouden uitlachen, als ze zouden merken, dat hij de teksten in de Bijbel niet kon vinden.
Een zakenman, die een christen was, wist dat hij spoedig zou sterven. Daarom wilde hij nog een laatste brief schrijven aan een vriend. Hij riep zijn secretaresse bij zich om hem daarbij te helpen. Zij stelde voor de brief te beginnen met de woorden: ‘Ik bevind mij nog in het land van de levenden’. Maar hij corrigeerde haar. In plaats daarvan moest zij schrijven: ‘Ik bevind mij nog in het land van de stervenden, maar spoedig zal ik zijn in het land van de levenden’.
Een toerist vertelde: ‘Ik bezocht in Triberg, de klokkenstad van het Zwarte Woud, een kerk. Mijn oog werd onmiddellijk getroffen door een reusachtig kruisbeeld, dat aan het plafond was bevestigd door middel van een zware ketting. Boven het kruisbeeld was een uurwerk aangebracht. Ik vroeg aan de koster was de betekenis hiervan was. Maar hij wist het niet.
Een zendeling had het evangelie gebrachte aan het machtige en trotse opperhoofd van de indianen. Deze was diep onder de indruk gekomen van zijn eigen zondigheid. Hij begreep ook dat hij zich moest laten verzoenen met God.
Een jongetje liep in een snoepwinkel langzaam van schap tot schap om een keuze te maken. Zijn moeder kreeg genoeg van al het wachten en ze riep: ‘Schiet een beetje op en besteed je geld! We moeten gaan’! Maar zijn reactie was: ‘Maar mam, ik heb maar één dubbeltje, dus moet ik het zorgvuldig besteden’.
Een gelovige jonge man had een vriend die nog niet gelovig was. Hij sprak met zijn ongelovige vriend ernstig over bekering en wedergeboorte. Hij legde hem het evangelie uit. Hij vertelde hem hoe hij ook een christen kon worden.
In de tijd van de slavernij bezat een Engelsman op één van de eilanden in de Antillen bijna drieduizend slaven. Hij was atheïst en had aan zijn opzichters het bevel gegeven: ‘Er mag geen enkele zendeling op dit eiland komen. Mocht er toch zo iemand komen, bijvoorbeeld door een schipbreuk, dan moet hij in een afgelegen huis blijven tot zijn vertrek. Hij mag nooit met iemand over God spreken. Ik geloof namelijk niet in die onzin’.
God geeft gaven, talenten, aan de leden van de gemeente. Die talenten dienen tot stichting, tot opbouwing van de gelovigen. Sommige mensen lijken op de man, die tegen zijn voorganger zei, dat hij maar tot weinig nut kon zijn voor de gemeente, want hij had maar één talent.
In de hele geschiedenis van Schotland is Edinburgh Castle maar één keer door vijanden ingenomen. Het kasteel ligt op een hoge rots en aan één kant is de rots zo steil en onbegaanbaar, dat tijdens een oorlog de verdedigers aannamen dat van deze kant er nooit een vijand binnen kon komen. Dus hadden ze daar geen schilwachten geplaatst.
Op DV donderdag 7 oktober 2010 organiseert de RMU samen met ForumC een themabijeenkomst met als thema ‘Duurzaamheid geboden’.