Een zakenman kwam eens een neger tegen, die al neuriënd door de sneeuw liep. Hij sprak hem aan en hoorde dat hij heel arm was. De zakenman vroeg aan de zwarte man: ‘Als je rijk was, zou je dan nog gelukkiger zijn’? Het antwoord van de man was: ‘Nee, baas, dat geloof ik niet, want alle rijke mensen voor wie ik werk, lachen nooit’.
Een bed, maar geen slaap.
Versiering, maar geen schoonheid.
Een huis, maar geen thuis.
Geneesmiddelen, maar geen gezondheid.
Plezier, maar geen geluk.
Etenswaren, maar geen eetlust.
Luxe artikelen, maar geen cultuur.
Boeken, maar geen intelligentie.
Een kruis, maar geen Heiland.
Nathan Rothschild zocht met alle macht naar rijkdom en hij had succes. Op jonge leeftijd zei hij: ‘Geld maken is het enige doel in mijn leven en dat is voor mij het enige middel om gelukkig te zijn’. Jaren later had hij een enorm bezit verworven en hij kon zich alles permitteren wat een mens zich maar kan wensen.
Mijn vader had een heel schrandere hond, die hij allerlei kunstjes geleerd had. Eén daarvan heb ik nog altijd onthouden. Hij legde wel eens een klontje suiker op de grond neer, vlak voor de hond en zei alleen maar: ‘Nee’. De hond begreep dat hij er niet aan mocht komen. E
Een kleine jongen had de gewoonte om naar de werkkamer van zijn vader te gaan om hulp en raad. Was zijn speelgoed stuk, was zijn potlood stomp, had hij een schrift nodig of wilde hij een prentenboek bekijken, altijd klopte hij aan bij dezelfde deur.
Het is niet moeilijk altijd kritiek te hebben op de voorganger.
Als zijn haar grijs is, dan is hij te oud.
Als hij nog een jonge man is, dan is hij te jong en heeft hij te weinig ervaring.
De bekende hertog van Wellington was eens in een dorpskerkje vlak bij zijn landgoed. Het avondmaal werd gevierd. De hertog kwam naar voren en knielde neer voor de avondmaalstafel. Gelijk met hem kwam een armoedig geklede man naar voren, die vlak naast de hertog neerknielde.
In de Amerikaanse Burgeroorlog vochten de Noordelijke Staten tegen de Zuidelijke Staten. De strijd ging om de afschaffing van de slavernij. De soldaten van beide legers droegen hun eigen uniform, zodat ze duidelijk van elkaar te onderscheiden waren. Onder andere aan de kleur van het uniform van een soldaat kon men zien waarbij hij hoorde.
Achter in mijn Bijbel heb ik een brief geplakt waarop een aantal regels staan afgedrukt, afkomstig uit een boekje dat heet: ‘Wie wil naar mij luisteren?’
Er staat: ‘Het komt me voor dat de volwassenen het gered hebben. Ze geloven. Ze kunnen de dingen zo correct zeggen. Ze weten alles van de Bijbelse geschiedenis. Ze vertellen je, hoe het geloof hen geholpen heeft. Ze zijn zo zeker van zichzelf, en daarom voel ik me niet op mijn gemak. Ik ben niet zo zeker van mijzelf. Ik heb mijn twijfels. Ik doe heel wat dingen waarop ik niet trots kan zijn. Ik vraag me af, of de volwassenen zich ooit zo voelen als ik. Is hun geloofsleven altijd zonder enige twijfel? Misschien zou ik het een van hen eens moeten vragen.’
Maken christenen een verschil wat betreft rechtvaardigheid? Niet volgens Alexander Pechtold (D66). Hij meent dat de hoge ‘C-factor’ van het huidige kabinet nauwelijks van invloed is op de rechtvaardigheid van het overheidsbeleid.
