Arjan van den Noort is docent en mentor in de bovenbouw Havo en Vwo, daarnaast is hij actief binnen de stichting NET Foundation. Het gaat nu goed met Arjan, maar dat was een paar jaar geleden wel anders. In 2018 kreeg Arjan een flinke burn-out die zijn leven compleet op de kop zette. Hij schreef zijn gedachten op papier om alles te verwerken, maar werd in het proces van herstel ook op wonderlijke wijze verrast door een ‘knipoog van Boven’. ChristelijkNieuws.nl sprak met Arjan van den Noort, lees zijn indrukwekkende verhaal hieronder.
Kun je iets over jezelf vertellen?
Achtentwintig jaar sta ik inmiddels voor de klas. Mijn naam is Arjan van den Noort. Ik ben getrouwd met een lieve vrouw en we hebben samen vier kinderen in de leeftijd van 15 t/m 25 jaar. In de eerste zesentwintig jaar dat ik voor de klas stond heb ik geen van mijn kinderen in de klas gehad. Nu heb ik mijn jongste dochter in de klas en ben ook nog eens haar mentor. En dat op een vestiging van onze school met zo’n 1800 leerlingen … Ik geef wiskunde, met name in de bovenbouw Havo en Vwo.
Ik coördineer het team van vertrouwenspersonen en zorg voor een goed verloop van de andere zorg, in de zin van sova, faalangsttrainingen enz.
Daarnaast ben ik mentor, zoals ik al aangaf, van een 4 Havoklas. Ik coördineer het team van vertrouwenspersonen en zorg voor een goed verloop van de andere zorg, in de zin van sova, faalangsttrainingen enz. Naast mijn drie dagen Pieter Zandt Scholengemeenschap, werk ik ook anderhalve dag voor de stichting NET Foundation. Hier ben ik storyteller en communicator. Het is mijn taak om meer bekendheid te geven aan het werk van NET.
Waarom ben je enthousiast over het werk van NET Foundation?
NET Foundation is een stichting die voorgangers toerust op het zuidelijk halfrond, in Afrika, Latijns-Amerika en Eurazië. De voorgangers die door ons toegerust worden zijn veelal laag-opgeleid of ze hebben helemaal geen theologische opleiding gehad. Het zijn vaak voorgangers die het werk van voorganger niet bewust gezocht hebben.
Zo herinner ik me Benjamin uit Mexico, een trouwe kerkganger, die in de kerkenraad gekozen was, maar steeds meer taken toegeschoven kreeg. Toen de voorganger van de gemeente ernstig ziek was, vroeg hij geregeld of Benjamin de dienst wilde overnemen. En toen hij uiteindelijk overleed, ging men er voetstoots van uit dat Benjamin hem op zou volgen. Ineens moest hij iedere zondag preken, pastorale bezoeken doen enz. En dat zonder opleiding. Op dit moment volgt Benjamin de cursussen die NET Foundation in Mexico aanbiedt.
Net als Benjamin zijn er vele anderen die hun ‘gewone’ werk hebben voor het dagelijks levensonderhoud en daarnaast voorganger zijn. Zij hebben geen tijd en vaak ook geen geld voor een uitgebreide theologiestudie. Bovendien is de afstand naar een Bijbelschool of universiteit vaak veel te groot. Toch hebben ze behoefte aan toerusting.
Zij hebben geen tijd en vaak ook geen geld voor een uitgebreide theologiestudie.
Wat is het mooi te zien hoe deze mensen groeien en dankbaar zijn voor het materiaal dat wij hen aanreiken. Ik ben bij de diplomering geweest van de eerste studenten in Oeganda. Ze hebben drie jaar gestudeerd en kregen een certificaat uitgereikt. Voor sommigen het eerste ‘diploma’ in hun leven. Wat waren ze blij. Tijdens de feestelijke ceremonies werd er geapplaudisseerd en gejoeld.
Het is ook mooi om naast deze mensen te staan en hen te kunnen helpen. Maar het is ook prachtig om van hen te leren. Hun geloofsvertrouwen is zo puur. Heerlijk om dit te ervaren.
Je hebt ook een boek geschreven, vertel!
Ik heb inderdaad een boek geschreven, of eigenlijk meerdere boeken. In de achterliggende jaren heb ik meerdere dagboeken geschreven. Een dagboek ‘Van Levensbelang’ over de leiding van God in ons leven, ‘Radicale Genade’ over de Dordtse Leerregels en ook twee dagboeken over getallensymboliek in de Bijbel: ‘Ontelbaar!’ en ‘Onpeilbaar!’ Deze laatste twee bewegen zich op het snijvlak van wiskunde en theologie, de beide vakgebieden waarop ik me dagelijks bevindt en die in mijn persoon samenkomen. De getallen in de Bijbel zijn er niet voor niets, maar we lezen er snel overheen.
De getallen in de Bijbel zijn er niet voor niets, maar we lezen er snel overheen.
Mijn laatste boek is echter een heel speciaal boek. Deze heb ik geschreven tijdens een burn-out periode. Ik heb het boek ‘Uitzicht’ genoemd. Inderdaad is het tweede deel van de titel cursief gedrukt. In mijn 24e jaar voor de klas, werd het me teveel. Ik had teveel ballen in de lucht. Op school deed ik verschillende dingen, daarnaast schreef ik boeken, ik studeerde Theologie in Leuven. Al met al had ik een strak (te strak?) werkschema, dat geen vrije tijd toeliet. Zelfs in vakanties zette ik de wekker om half zeven, om toch tenminste een stuk of vijf dagboekstukjes te schrijven. Toen een collega vrij plotseling overleed en dat voor ons extra werkdruk betekende, naast een aantal minder fijne persoonlijke ervaringen in die tijd, was het genoeg.
Tijdens een les, waarin ik een leerling aan het helpen was, trad ik als het ware buiten mijn lichaam en zweefde ik boven in mijn lokaal en keek ik naar iemand die daar beneden aan het lesgeven was. En die iemand was ik. Ik heb de dag nog afgemaakt – vraag me niet hoe – en ben direct na schooltijd naar huis gegaan. Ik heb de fiets gepakt om de stress van me af te fietsen. Dit lukte me niet.
De volgende dag heb ik me ziekgemeld. Dit was de eerste ziektedag na tien jaar ongeveer, maar het was direct het begin van een compleet jaar thuiszitten. In die tijd heb ik moeten leren wat het betekent door donkere dalen te gaan, tijden dat God ‘uit zicht’ is. Maar op andere momenten – meer gaandeweg het proces – heb ik ook mogen ervaren dat er ‘uitzicht’ op God is en dat ik weer perspectief kreeg voor de toekomst.
Op sommige dagen had ik erg veel last van stress en angsten. Wat mij hielp was schrijven.
Op sommige dagen had ik erg veel last van stress en angsten. Wat mij hielp was schrijven. Ik kon hierdoor mijn gedachten verzetten. Het was therapeutisch. De ‘werker’ in mij zei: ‘laat ik dan het nuttige met het aangename verenigen. Mogelijk kan ik anderen bemoedigen met wat ik doormaak. Ik heb namelijk veel bemoedigingen gehad in die tijd. Deze kwamen binnen via appjes, mailtjes, persoonlijk Bijbellezen, een lied, een kaartje enz.
Regelmatig gaf ik van deze bemoedigingen door via mijn Facebookpagina ‘Bijbelsdagboek’. Het idee om het in dagboekvorm te gaan doen, rijpte al een tijdje. De tekst uit 2 Korinthe 1: ‘Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting, Die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden’ heeft God gebruikt om mij te overtuigen. Ik wilde anderen bemoedigen met de bemoedigingen die ikzelf gehad had.
Hoe heb je die burn-out ervaren?
De burn-out verliep heel wisselend. Toen ik mij op 9 oktober 2018 ziek meldde, was ik zo opgelucht, dat ik dacht: hier klopt iets niet. Ik heb de huisarts gebeld. De volgende dag – op onze trouwdag … – kon ik bij hem terecht. Hij adviseerde me de komende weken thuis te blijven. In ieder geval tot de herfstvakantie. De bedrijfsarts waar ik een paar weken later al naar toe moest, adviseerde me tot de Kerst thuis te blijven.
In die tijd sliep ik uren. Vaak ’s ochtends een uur en ’s middags een uur. Maar ik bleef oververmoeid. Ik durfde de deur amper uit, omdat ik bang was dat me van alles zou overkomen. Meerdere keren heb ik gedacht een hartaanval te kunnen krijgen. Soms wel een paar keer per dag.
Een hulpverlener die ik in die tijd privé sprak, die zelf ook een burn-out doormaakte op dat moment, zei tegen me: ‘Wanneer ik al die keren werkelijk een hartaanval had gekregen, dat ik gedacht had, het te zullen krijgen, dan zou ik al wel 200 keer in een doodskist hebben gelegen.’ Ik beaamde dat. Alleen had ik het idee dat het getal bij mij nog wat hoger was. Het was slopend. Tegelijk heeft het me ook dichterbij God gebracht. Want wanneer ik het niet meer zag zitten, kwam ik vaak bij God terecht met mijn vragen. Hij bemoedigde me.
Want wanneer ik het niet meer zag zitten, kwam ik vaak bij God terecht met mijn vragen. Hij bemoedigde me.
In mei 2019, meer dan een half jaar na mijn eerste ziektedag, heb ik op advies van de bedrijfsarts weer een paar stappen binnen de school gezet. In overleg met een collega, zou ik in mijn eigen klas, die ik aan het begin van het schooljaar nog gehad had, een dagopening van een kwartier verzorgen. Een dagopening houden vond ik altijd een van de mooiste momenten met mijn klassen. Op dat moment vond ik het echter een zware opgaaf. Na een kwartier kon je me uitwringen en zag ik het lokaal voor mijn ogen draaien. Ik dacht dat ik tegen de vlakte zou gaan en ben direct na deze ervaring de school uit gevlucht.
Een dagopening houden vond ik altijd een van de mooiste momenten met mijn klassen.
Een paar weken later hebben we dit experiment nog een keer herhaald. Maar het resultaat was vergelijkbaar. Voor de zomervakantie heb ik verder inhoudelijk niets meer gedaan in school. Na de vakantie zou ik gaan beginnen met twee kleine klassen, een klas van drie en een klas van vijf leerlingen. Hoe konden ze het voor me klaarspelen? Ik ben er blij mee, dat ik zo kon opbouwen. De eerste lessen waren loodzwaar. Na de lessen, die op de ochtenden waren gepland ging ik direct naar huis om weer bij te tanken op de bank of in bed. Na een aantal weken begon het weer wat te wennen. Toen het redelijk ging kreeg ik er een klasje bij van zestien leerlingen. Meteen duikelde mijn energiepijl weer naar beneden.
Maar ook dit ging na verloop van tijd beter en toen ik mezelf groen licht gaf, kwam er weer een klas bij, een klas van 31 leerlingen. Inmiddels was het januari 2020. Weer ging ik door een dalletje. Toen brak in maart corona los, waardoor alle te geven lessen vanuit huis gegeven moesten worden. Het was voor mij een gezegende tijd. Hierdoor had ik veel minder last van prikkels en kon ik al snel uitbouwen, totdat ik in mei weer volledig in de running was. Ik vond echter vijf dagen voor de klas teveel. Daarom ben ik op zoek gegaan naar ander werk ernaast. Dat heb ik gevonden bij NET Foundation.
Heeft het schrijven van het boek je ook geholpen in het proces?
Schrijven is altijd al een hobby geweest. Ik kan er enorm van genieten om verhalen op papier te zetten. Wanneer ik in die tijd dat ik thuis zat het te kwaad had met mezelf, hielp het mij om te schrijven. Ik mediteerde over bemoedigingen of Bijbelteksten die me bezig hielden. Daar schreef ik een stukje bij. Daar kon ik me helemaal in verliezen, zodat ik even alles kon vergeten. Dan leek het even weer ‘gewoon’.
Door het op te schrijven parkeer je je gedachten als het ware.
Daarnaast was het ook een soort therapie, omdat de dingen opnieuw door me heen gingen. De scherpe kanten gaan eraf. Ik geef het leerlingen ook wel mee als tip, als ze het moeilijk hebben: schrijf de dingen van je af. Door het op te schrijven parkeer je je gedachten als het ware. En door het opnieuw te beleven, wordt het meer iets van jezelf, in plaats van dat je het bewust van je wegduwt.
Waarom heb je gekozen voor de titel UITZICHT?
Zoals ik al zei was in de begintijd dat ik thuis kwam te zitten God regelmatig uit zicht. Ik zag Hem niet. Ik zag alleen maar een donkere tunnel, waar ik in liep, zonder licht aan de horizon. In die donkere tunnel heb ik meerdere keren – soms hardop – geroepen: ‘God waar bent U?’ Niet altijd kreeg ik direct antwoord. Soms wel. Op die momenten kreeg ik God weer in zicht. Dan was er weer uitzicht. Het half cursief gedrukte woord geeft aan dat mijn leven balanceerde tussen God Die uit zicht is en het uitzicht dat ik kreeg op God.
Uiteindelijk kan ik zeggen dat ik door deze burn-out periode meer uitzicht op God gekregen heb.
Uiteindelijk kan ik zeggen dat ik door deze burn-out periode meer uitzicht op God gekregen heb. Ik zie het – en ik zeg het voorzichtig – als een gave van God, dat Hij mij deze periode gegeven heeft. En tegelijk zeg ik ook dat ik hoop nooit weer in zo’n periode te belanden. Wel merk ik bij mezelf hoe gemakkelijk ik toch weer wegdwaal bij God als alles voor de wind gaat. De stormen die ons leven teisteren, zorgen er ook voor dat we dieper geworteld raken.
Hebt je bemoedigingen meegemaakt?
Ik heb hier zeker voorbeelden van. Maar ik haast me te zeggen, dat het niet een vanzelfsprekendheid is. Er zullen genoeg mensen zijn voor wie het leven een inktzwarte duisternis is, die geen bemoedigingen ervaren. Ook wil ik niet de indruk wekken dat God op afroep beschikbaar is. Soms liet en laat Hij mij ook wel eens een tijd dolen in het duister. Dan tast ik wat rond, maar zie ik Hem ook niet. Dan is Hij uit zicht.
Maar om toch iets te noemen: Eigenlijk is mijn burn-out begonnen met een gebedsverhoring. Ik zeg bewust nog even niet ‘bemoediging’.
Eigenlijk is mijn burn-out begonnen met een gebedsverhoring.
Kort voordat ik in deze periode belandde, hield de gedachte mij al een tijdje bezig dat ik wel met God leefde en ook wel van alles voor Hem deed, maar dat ik mijn leven niet volledig in Zijn hand had gelegd. Het was mijn wens en verlangen dit te doen. Maar ik wist ook uit verhalen van anderen, dat God dan ook weleens heel andere wegen met ons zou kunnen gaan, dan we zelf zouden wensen.
Ik heb het gezegd tegen God: ‘Heere, ik geef mijn leven aan U, maar … laat me alstUblieft niet lichamelijk lijden. Tot op vandaag vraag ik me nog vaak af, of ik deze ‘maar’ had mogen bidden. Maar dat terzijde. God verhoorde me: het werd geen lichamelijk lijden, wel psychisch. Een paar weken later kwam ik in een burn-out terecht. Toen stapelden de vragen zich op: Waarom? Is dit wat ik gevraagd heb? Hoe kan ik nu tot nut zijn voor anderen? Enz.
Het was in de eerste week dat ik thuis zat, dat iemand tegen me zei: ‘Je hebt hard genoeg gewerkt. God zegt nu even tegen je dat je mag rusten.’ Dit was een bemoediging, als het ware een knipoog van God Zelf. Door meerdere van dit soort bemoedigingen ging ik mijn burn-out ook steeds meer als een zegen zien.
Door meerdere van dit soort bemoedigingen ging ik mijn burn-out ook steeds meer als een zegen zien.
Een heel bijzondere ervaring die ik niet snel zal vergeten, kreeg ik tijdens een wandeling op de dijk langs de IJssel in Kampen. Ik zat toen weer in een donkere periode. Dit was zo’n moment dat ik hardop tegen God zei: ‘God, ik wil best wel geloven dat U er bent, maar ik zie U niet. Als U er bent, laat het mij dan zien.’ Op dat moment voer er een schip langs. Ik las de naam van het schip en de rillingen liepen over mijn rug: EMMANUEL (God met ons!). Wat een bemoediging.
Ik zou nog gerust wat andere voorbeelden kunnen noemen. Maar opnieuw haast ik me te zeggen: Het gaat niet om mij en om mijn ervaringen. Ik wil het licht – ook in mijn boekje – volledig laten vallen op God en op wat Hij doet.
Misschien nog één bemoediging, die wel mooi is om te noemen, om te laten zien dat gebeden niet voor niets zijn. Ik zag steeds meer deuren dichtgaan. Het werk dat ik op school deed, kon ik op dat moment niet meer. Ik dacht uitgerangeerd te zijn. Ik had ook al weleens om me heen gekeken voor andere functies, waarbij ik in Gods Koninkrijk zou mogen dienen. Maar tot op heden waren er nog geen deuren open gegaan.
Je hebt God gebeden om open deuren. Laat het nu dan ook rusten. God zal deuren openen.’
Mijn gebed was op dat moment: ‘God, U sluit allerlei deuren. Maar ik zie nog geen deuren opengaan. Wilt U Zelf een deur voor mij openen.’ Daarna startte ik de computer op. Ik ging als eerste naar Facebook toe. Was het doelloos surfen? Was het het verlangen een quote te vinden, zoals ik die wel vaker had gehad. Met dat Facebook verschijnt, lees ik de eerste de beste quote die in beeld komt: ‘Je hebt God gebeden om open deuren. Laat het nu dan ook rusten. God zal deuren openen.’ En de deur ging open in de vorm van NET Foundation, waar ik nu deeltijd aan het werk ben. Op Zijn tijd opent God deuren, daar waar Hij wil. Dat is zo mooi om te zien.
Wat wil je met dit boek bereiken?
Ik weet uit ervaring hoe donker deze moeilijke perioden kunnen zijn. Graag zou ik anderen een helpende hand toe willen steken. Ik zou hen willen voorhouden dat er een God is Die hoort. Eén van mijn favoriete nummers die ik vaak op YouTube beluisterde – ook in mijn lokaal, de dag dat ik naar huis ging, om er een jaar niet terug te komen – is ‘Er is een God Die hoort’. Als er één ding is dat ik geleerd heb, is dat dit zo waar is. Dit wil ik anderen meegeven. Dan hoeven mensen niet dezelfde ervaringen te hebben als ik. God gaat met iedereen een persoonlijke weg. Maar ik wil het mensen wel toeroepen: ‘Dool niet rond in het duister. Steek je hand door de mist heen omhoog en pak de hand van Jezus aan. Hij wil je leiden.’
Heb je op het boek ook reacties gekregen?
Ik heb meerdere boeken geschreven. Op mijn dagboek ‘Ontelbaar!’ heb ik ook meerdere reacties gehad dat mensen het verrassend vinden. Ik merk ook hoe mensen je een beetje gaan beschouwen als ‘getallensymboliekexpert’. Maar op het boek Uitzicht heb ik veel meer reacties gehad. En ook veel inhoudelijk bemoedigend. Van meerdere kanten hoor ik met enige regelmaat hoe het boek tot zegen is geweest in het leven van iemand. Veel mensen die ook kampen met burn-out klachten. Maar ook mensen die ernstig ziek zijn en bemoedigd zijn door de stukjes.
Zo was ik op een condoleance van iemand waar we al een tijdje geen intensief contact mee hadden gehad. Hij vertelde me dat zijn vrouw die plotseling overleden was, in de laatste maanden van haar leven zoveel gehad had aan mijn boekje. Dat maakt mij stil. Dan heb ik even niets te zeggen, maar voel ik de emotie; dankbaarheid dat God mij zo gebruiken wil, dankbaar dat God de donkere periode uit mijn leven gebruikt om het voor anderen licht te maken. Dit kan alleen God bedenken. Soli Deo Gloria.
Hoe kunnen de lezers je boek bestellen?
In de meeste christelijke boekhandels zal het aanwezig zijn of is het in ieder geval te bestellen. Maar rechtstreeks bij de uitgever kan ook: Jongbloedmedia
Door allerlei omstandigheden kun je het zicht op God verliezen. Arjan was onlangs te gast bij Groot Nieuws Radio om daarover meer te vertellen. Hieronder een link naar de uitzending van het radioprogramma Brandstof:
Groot Nieuws Radio